Dream Watchers by Mel Hartman - HTML preview

PLEASE NOTE: This is an HTML preview only and some elements such as links or page numbers may be incorrect.
Download the book in PDF, ePub, Kindle for a complete version.

11. Kate De Lille

Zolang er levende wezens zijn, zullen er geheimen bestaan. Het is eigen aan alle soorten om het leven, net als bij een spannend boek, stukje per stukje te willen ontrafelen.

Wat de Raad me net had meegedeeld, kon ik nauwelijks geloven. Als iemand anders me dit had verteld, dan had ik het als een gemeen grapje afgedaan. Maar dat was het niet. O hemel! Was het dat maar wel! Maar misschien panikeerde ik te vroeg. Hoewel, de Raad klonk niet alsof ze er gerust in waren. Verre van! En intuïtief voelde het bij mij ook niet vredelievend aan.

De anderen keken me verwachtingsvol aan. Ik zuchtte diep. Eerst de slapende ratiomensen en nu dit. We kregen wel erg veel tegelijkertijd op ons bord. Voor ik begon, nam ik eerst nog een grote slok koffie. Eigenlijk zou iets sterkers dan koffie er nu beter ingaan. Zou Gehlen cognac in huis hebben?

Ik voelde een zachte kriebel over mijn schedel en keek rond. Het kon alleen maar Codie zijn die me telepathisch probeerde te bereiken. De anderen hadden die gave niet. Ik opende mijn kanaal.

- Gaat het? Je ziet wel erg bleek.

- Het nieuws is niet al te rooskleurig. Ik zeg het wel luidop.

Ik deelde gelijk mee waar het op stond: ‘De Raad vermoedt dat we onaangenaam bezoek krijgen.’

‘Hier?’ vroeg Dille.

‘Niet hier bij Gehlen. Nee, in Emowereld.’

‘Hoe bedoel je?’ vroeg Gehlen. Ik vond dat hij er nogal vermoeid uitzag en Codie voor zijn doen nogal afwezig. Met mijn slaperige kop erbij, waren we een fijn stelletje alerte fantasiejagers bij elkaar. Pfff.

‘Bezoekers uit een andere dimensie.’

‘Ratiowereld? Maar…’ begon Kalon, maar ik onderbrak hem. Nogal ruw. ‘Nee, natuurlijk niet! Daar zou de Raad me toch niet over contacteren!’ Kalon keek me aan alsof ik hem net een klap in zijn gezicht had gegeven.

‘Sorry, schat, ik ben een beetje moe.’

‘Kate,’ zei Gehlen. ‘Je bedoelt toch niet uit een andere dimensie dan degene van Ratiowereld of Emowereld?’

‘Dat bedoel ik. Althans, dat bedoelt de Raad. Ja.’

De groep verviel even in een stilzwijgen.

Codie was de eerste die weer sprak. ‘Maar dat betekent toch niet meteen iets negatief? Wij zijn hier toch ook in vrede gekomen? Het is toch mogelijk dat die bezoekers goede intenties hebben.’

‘Dat zou je denken,’ zei ik. ‘Maar de Raad deed nogal paniekerig. Voor hun doen dan. Ik meende uit de toon van hun woorden op te maken dat ze er niet gelukkig mee waren.’

‘Kennen ze die wezens?’ vroeg Kalon. Hij zag nog bleker dan hij al was. Ik herinnerde me dat hij ook niet zo opgetogen was geweest over de ontmoeting tussen Ratio- en Emowereld. Hij voorzag dat er problemen van zouden komen en had uiteindelijk gelijk gekregen. De samenwerking en aanvaarding tussen beide werelden was momenteel wel beter dan in het begin, maar zeker niet optimaal en uiterst fragiel.

Ik trok mijn schouders op. ‘Ik weet het niet, dat zeiden ze niet. Maar ik kreeg het gevoel van wel. We moeten ze gaan verwelkomen.’

‘Ik denk nog steeds dat ze met goede bedoelingen komen,’ meende Codie.

Ik beet op mijn onderlip. ‘Nou, dat denk ik niet. De Raad zei dat we gewapend moesten gaan.’

‘Met hoeveel zijn ze?’ vroeg Dille. Ze keek angstig, maar dat was niet verwonderlijk. Waarschijnlijk dacht ze aan de veiligheid van Yelena. Haar aura flikkerde als een lamp dat op het punt stond het te begeven.

‘Dat heeft de Raad me niet verteld.’

‘Als ze uit een andere dimensie komen, dan komen ze door een dimensiescheur, toch?’

Ik knikte. ‘Volgens de Raad is deze scheur zich momenteel aan het vormen.’

‘Het moet inderdaad niet veel goeds betekenen,’ constateerde Kalon. ‘De Raad zou ons anders niet waarschuwen.’

Er belde iemand aan. Allen, behalve Gehlen, schrokken we op. Net als bij mij, stonden de zenuwen dus uiterst gespannen bij iedereen. Ik volgde met grote ogen Gehlen die naar de voordeur liep, alsof het de indringers uit de andere dimensie zelf waren die aan de deur hadden aangebeld. Hij kwam terug met Uriël. Het feit dat Uriël zijn leeuwenkop vooraan had staan en hijgde alsof hij net een vlucht rond Emowereld had gemaakt, voorspelde niet veel goeds. Zijn spieren bolden gespannen op en hij vloog met gebalde vuisten naar de eettafel. O, o, nog meer problemen!

Hij viel meteen met de deur in huis, begroetingen achterwege latend. ‘Er is een dimensiescheur aan het groeien aan de rand van het kabouterbos. En niet zo’n kleintje ook! Er is nog nooit zo’n grote ontstaan. Die opspoorapparaten sloegen bij alle cherubijnen op hol. Het was verschrikkelijk. Op zich niets raars mee, zou je denken, was het niet dat hij niet het kleurenspectrum van een normale scheur vertoonde.’ Zijn trillende vleugels liet hij rusten op zijn rug terwijl hij op zijn hoef ging staan. ‘ Het is een compleet zwarte scheur! Zo zwart als de nacht. We vlogen er eerst voorbij. Maar gelukkig leiden de apparaten ons er heen. De scheur trilde ook niet, maar leek meer te pulseren als een hartslag. Ik kan het moeilijk uitleggen, jullie moeten het zien. Er vliegen momenteel tien cherubijnen bij en…’ Hij keek alsof hij net een telepathische boodschap binnenkreeg. Vermoedelijk van een van de cherubijnen die bij de scheur stonden. ‘Het heeft nu al de omvang van een huis en blijft groeien!’

‘Dan gaan we er meteen heen!’ Gehlen liep naar een houten kist die in de hoek van de kamer stond en opende die met een sleutel. Hij haalde er enkele energiewapens uit. Gatver! Ik had een hekel aan die dingen!

‘De indringers,’ zei Codie. ‘Dat zal hen wel zijn.’

‘Indringers? Wat voor indringers?’ vroeg Uriël.

‘De Raad heeft me net verteld dat er bezoekers uit een andere dimensie aankomen,’ verklaarde ik.

‘O, trouwens, Gehlen.’ Uriël kruiste zijn armen over elkaar. ‘Jouw vriend, Thomas, kwam niet opdagen.’

‘Die slaapt dus ook.’ Gehlen overhandigde ons ieder een energiepistool. Het ding woog haast niets, maar had een uiterst destructieve kracht. Nu ja, om mijn leven te redden had ik het er wel voor over om het pistool te gebruiken.

‘Zet hem op verdoven,’ gebood Gehlen met een vastberaden blik. ‘We weten nog niet zeker of ze vijandig zijn of niet.’

‘Godver!’ wierp Uriël op. ‘Zijn we open huis voor andere dimensies of zo! Eerst Ratiowereld en…’ Alsof hij zich nu pas realiseerde dat het merendeel in de kamer oorspronkelijk uit Ratiowereld afkomstig was, hield hij plots zijn mond en trok een raar gezicht. Het zou grappig geweest zijn als we niet in zo’n ernstige situatie verwikkeld zaten. Uriël kreeg ook een energiepistool in zijn handen geduwd. Hij keek ernaar alsof hij net een zak weerwolvenkwijl overhandigd had gekregen.

‘Ik weet niet hoe dit ding werkt,’ zei hij en wilde hem teruggeven aan Gehlen. ‘Ik heb een hekel aan apparaten.’

‘Ja, dat weet ik al!’ riep Gehlen, net iets te luid uit. ‘Maar als je leven je lief is, dan gebruik je het. Het is jouw keuze!’ Blijkbaar zat het hele gebeuren Gehlen erg hoog. Het was niet zozeer aan zijn gedrag te zien, dat gecontroleerd en besluitvaardig eruit zag, als wel aan zijn aura dat trillende zwarte pieken vertoonde.

Uriël leek te twijfelen, maar besloot toen Gehlen niet nog meer in het harnas te jagen, al hield hij het pistool wel ver van zijn lichaam vast.

‘Het is eenvoudig,’ zei ik. Ik nam zijn pistool over en toonde hem twee knoppen. ‘Deze rode knop is voor de dodelijke stand en de groene voor verdoving.’ Ik activeerde de groene. ‘Je richt op je tegenstander,’ ik deed het hem voor, ‘en duwt op deze knop om te schieten.’ Uriël keek me afkeurend aan toen ik zijn pistool teruggaf. In zijn aura las ik dat hij me niet begreep. Hij vond natuurlijk dat ik mijn afkomst verraden had door voor de fantasiejagers te gaan werken en daar bovenop ook nog eens met pistolen andere wezens verwondde of doodde. Toch een beetje beschaamd, wendde ik mijn blik af en zette mijn pistool op verdoven. Alleen al het opheffen van het lichte ding, kostte me kracht. Ik voelde me dan ook zo uitgeput!

Had ik maar een dutje gedaan vanmiddag, schoot er door mijn hoofd heen, en had ik maar geen wijn gedronken!

‘Krijg ik ook een pistool?’ vroeg Aqua met een zacht stemmetje. ‘Ik kan helpen.’

Gehlen leek te twijfelen. Hij keek Aqua aan, iets te lang voor mijn gevoel. We hadden niet veel tijd!

‘Het heeft geen nut, Aqua,’ wierp ik in. ‘Als dromer kan je een ander niet kwetsen. Het pistool zou niet eens afgaan!’

Aqua keek teleurgesteld. ‘Dat was ik vergeten. Maar ik kan toch vechten? Hen afhouden?’

‘Daar ben je niets mee als ze wapens hebben,’ zei Gehlen.

‘Maar ik ben onkwetsbaar als dromer. Ja toch, Kate?’

‘Daar heeft hij gelijk in, Gehlen. Het kan geen kwaad om hem mee te nemen. Wie weet kan hij op een of andere manier helpen.’

‘Goed,’ zei Gehlen snel. ‘Maar laten we in hemelsnaam gaan!’

Aqua wierp me een dankbare glimlach toe. Ik trok mijn schouders op, waarmee ik hem hopelijk duidelijk maakte dat ik hem duldde omdat we alle hulp konden gebruiken. Niet omdat ik hem al vergeven had. Nog lang niet.

Gehlen krabbelde nog snel een boodschap neer voor Natasha. Ik zag wat hij schreef: ben weg. Opdracht met de fantasiejagers. Hou van je.

Iedereen stond nu gevechtsklaar en hield hun energiepistool stevig beet. De adrenaline stroomde dan wel door me heen, maar ik voelde me nog steeds niet optimaal. En dan moest ik nu het onbekende toetreden, in deze toestand! Hemel, kwam er dan nooit een einde aan deze dag?Ik keek naar buiten waar de nacht het nu volledig voor het zeggen had. Wat verlangde ik naar mijn bed. Kalon was naast me komen staan en nam mijn pistoolvrije hand vast. Hij kneep er even in en glimlachte me geruststellend toe. Zijn aura zag er kalm uit, wat me verwonderde. Maar daar was ik alleen maar dankbaar voor. Wanneer ik zou beginnen flippen, zou hij me tenminste weer op de grond kunnen zetten.

Ik overwoog nog even om voor te stellen dat Codie ons er een voor een heen kon teleporteren, maar verwierp toen dat idee. Ten eerste was het even omslachtig als er vlug heenrennen en ten tweede leek Codie me nu niet in een heldere toestand genoeg om het zonder mogelijke complicaties te volbrengen. Aqua ons erheen laten denken, vertrouwde ik helemaal nog niet. Dan kwam het dus neer op snel lopen. Het kabouterbos was gelukkig niet al te ver.