Dream Watchers by Mel Hartman - HTML preview

PLEASE NOTE: This is an HTML preview only and some elements such as links or page numbers may be incorrect.
Download the book in PDF, ePub, Kindle for a complete version.

25. Codie van Holm

Wensen voor de toekomst: gelukkig zijn met Sofie en samen sterven. (en een gigantische collectie boeken)

Gelukkig waren er slechts vier Portalen in Emowereld, zodat Aqua en ik er elk twee op ons namen. Hij had degene genomen in Joppe, omdat hij er al geweest was, en die in Grensstad. Ik nam Randstad en Hoofdstad voor mijn rekening.

Ik had nooit eerder een dergelijke drukte in de portaalhavens gezien. Bij het eerste Portaal was ik te laat geweest. Volgens de portaalman die het in- en uitgaande verkeer leidde en controleerde, waren er al meerdere dromers doorheen gegaan. Toen hij mijn uitleg aanhoorde, vergroten zijn ogen zich met elk woord en naderhand voelde hij zich verschrikkelijk schuldig. Ik moest hem meermaals op het hart drukken dat hij het niet had geweten en hij bovendien die horde hysterische dromers toch niet had kunnen weerhouden om er doorheen te springen. Nadat hij het Portaal op inactief zette, waren er nog steeds dromers geweest die achter het hek stonden te drammen en elkaar in de haren vlogen. Ze schreeuwden allerlei verwensingen naar ons hoofd en geboden ons om het Portaal opnieuw te activeren. Gelukkig wisten ze zelf niet hoe ze dat moesten doen, want anders hadden we de meute nooit kunnen tegenhouden en zouden we onder hun voeten verpletterd geweest zijn. De Portaalman zou het nu overnemen en de uitleg aan de dromers geven. Ik had er de tijd niet voor, want ik moest nog een volgende stop maken.

Ik hoopte dat het vlotter zou gaan bij het tweede Portaal in Hoofdstad, degene waar Henk werkte. Het zag er echter naar uit dat ook hier de hysterie de overhand had gekregen. De verschillende soorten emowezens die dit aanzagen, hielden wijselijk afstand van de troep wilde dromers en stonden in groepjes bijeen. Sommigen zagen er angstig uit en anderen wezen naar de dromers en fluisterden elkaar toe. Nochtans hadden ze kunnen roepen wat ze wilden, want de herrie was hier zo oorverdovend dat de lucht ervan gonsde. Ik liep voorbij een engel die in verontwaardiging zijn hoofd schudde en met trillende vleugels zei: ‘En dat is nou rationeel gedrag?’

Twee dromende vrouwen hadden een handtassengevecht. Ze trokken ieder aan een kant van de handtas, onderwijl elkaar verwensingen toeschreeuwend. ‘Het is mijn handtas, trut,’ riep de ene. ‘Ik heb hem zelf met vla gevuld!’

Ik kon niet zien of er dromers door het Portaal sprongen, want mijn zicht werd belemmerd door de massa die ervoor stond. Het kostte me ontzettend veel moeite om me erdoorheen te wurmen om tot bij Henk te geraken. Mijn hart bonsde in mijn keel en ik haalde moeizaam adem. Hoeveel zouden er al gestorven zijn ondertussen? Hoeveel waren er al verpulverd tot niets? Gelukkig was ik nogal klein, dus kon ik onopvallend langs de benen doorglippen. Elk moment verwachtte ik dat ik bij mijn haren gesleurd zou worden of een stomp tegen mijn hoofd. Er werd wel aan me getrokken en ik kreeg meermaals een duw, maar ten slotte kwam ik ongeschonden bij Henk aan. Dat lag alleen maar aan het feit dat dromers me niet konden kwetsen, niet aan hun doelgerichte pogingen, besefte ik. Op hetzelfde moment dat hij me zag, glipte een dromer door het Portaal. Henk keek er verbouwereerd naar. Het was duidelijk dat hij niet wist hoe hij met dit fenomeen moest omgaan. Er bestonden natuurlijk geen regels voor, aangezien het nooit eerder een kwestie was geweest.

‘Henk!’ schreeuwde ik zo luid ik kon om boven de herrie uit te komen. ‘Hou ze tegen!’

Henk keek eerst mij aan, dan naar de volgende dromer die zich afzette om te springen en terug naar mij. ‘Wat?’

‘Hou ze tegen!’

Het mag een wonder heten, maar hij kon nog net de vrouw bij de kraag van haar jurk achteruit trekken. Een seconde later en ze was verleden tijd geweest. De vrouw protesteerde en sloeg wild in het rond. Maar ze kon Henk niet kwetsen en dat wist hij. Toch kon ze het hem moeilijk maken en goed ook. Ik had geen idee dat Henk zo sterk was. Alsof ze niet meer woog dan een schaduweter, tilde hij haar op en dumpte haar tussen de groep drammende dromers. De waanzin in hun ogen deed me realiseren dat het hek hen niet lang zou kunnen tegenhouden en het zou ook niet lang duren voor een dromer besefte dat hij zich gewoon tot vlakbij het Portaal kon denken. Ik moest dus snel zijn. Voor ik Henk het probleem uitlegde, ging ik voor de massa staan.

‘Luister even!’ riep ik, maar ze bonden niet in. In tegendeel, hun stemmen verhieven zich nog meer.

Misschien kon ik via de eerste rij de anderen ook aan het zwijgen krijgen, dus richtte ik me enkel op hen. ‘Jullie sterven meteen als jullie door het Portaal springen als dromer! Professor Alda heeft me daarvoor gewaarschuwd!’

Enkele dromers had ik met die boodschap bereikt. Ze deden er het zwijgen toe en staarden me aan. ‘Het is zo! Jullie worden niet wakker, maar gaan dood!’ Vooral het laatste woord schreeuwde ik er met al mijn stemkracht uit.

Nu zwegen er meerdere en dat stak de anderen weer aan om te luisteren. De opluchting die ik voelde was zo immens dat ik letterlijk de spanning uit mijn schouders voelde trekken. Ook de emowezens die verderop stonden luisterden en het was plots zo stil dat ik mijn eigen hortende ademhaling hoorde.

‘Professor Alda heeft ontdekt dat als een dromer door het Portaal stapt, hij dan sterft. Zijn geest verdwijnt in het Portaal en zijn lichaam sterft in Ratiowereld.’

‘Wat moeten we dan?!’ riep een van de dromers.

‘We zijn aan het zoeken naar de oplossing. Alsjeblieft.’ Ik maakte mijn stem zo smekend mogelijk. ‘Heb nog even geduld!’

‘Wie is ermee bezig?’ vroeg een andere.

‘Een groep fantasiejagers. We zullen het probleem van de blijvende droomtoestand vinden, maar geef ons nog even de tijd.’ Ik hoopte dat mijn toon beslister klonk dan ik me voelde, want we stonden nog steeds nergens.

Er klonk gemompel uit de groep dromers op. Ik wist dat veel ratiomensen geen fans waren van fantasiejagers. In hun ogen waren we emowereldliefhebbers die emowezens te zacht aanpakten. Ze zagen ons als verraders van hun eigen soort en vertrouwden ons niet. Maar er waren ook anderen. Ratiomensen die de goedheid van emowezens inzagen en ons als een soort van helden zagen. Ik wenste op dat moment hevig dat die laatste groep de overhand zou krijgen.

Maar voor de zekerheid deed ik er nog een zetje bovenop: ‘Jullie hebben in feite geen keuze dan af te wachten. Van mij mag je proberen om door het Portaal terug te keren naar Ratiowereld, maar dan rest er je enkel de dood. Probeer zo rustig mogelijk de situatie af te wachten. Alsjeblieft.’ Ik keek hen indringend aan. ‘Dat vergemakkelijkt ons werk aanzienlijk en zal de oplossing alleen maar sneller brengen.’

Vooral dat laatste leek effect te hebben. Ik draaide me even om naar Henk. ‘Henk…’

‘Het is al gebeurd. Het Portaal is uitgezet.’

Ik zag inderdaad dat het binnenste van het Portaal, dat normaal wervelende kleurenslierten bevatte, nu volledig zwart was. Ik richtte me weer op de dromers. De rust leek grotendeels teruggekeerd en sommigen hadden zich al uit de groep losgemaakt om het gebouw te verlaten.

Henk kwam naast me staan. ‘Wat in de naam van de Raad is er aan de hand, Codie?’

Ik trok mijn schouders op en zuchtte een deel van mijn stress eruit. ‘We weten het nog niet. We hadden eerst een andere kwestie die we moesten oplossen, wat intussen gebeurd is.’

‘Alles goed met Dille?’

Ik overwoog hem te vertellen van de schram op haar arm, maar besloot dat het hem onnodig ongerust zou maken en bovendien was de wond daarvoor niet ernstig genoeg. ‘Ja, ze is moe, maar verder prima.’

Dille zou hem later alles wel vertellen, daar was nu geen tijd voor. Henk die waarschijnlijk zag dat ik informatie achterhield, want als emomens had hij een sterk ontwikkelde empathische radar, vroeg gelukkig niet verder. Hij zei: ‘Het enige dat Dille me vertelde voor ze vertrok, was dat ik me geen zorgen moest maken, maar dat ze wel een tijdje weg kon blijven. Ze droeg me op om Repelsteeltje op Yelena te laten passen wanneer ik aan het werk moest en om rechtstreeks van het werk terug naar huis te lopen, zonder omwegen. Meer wilde ze niet kwijt.’ Ik had Repelsteeltje wel eens ontmoet. Een kabouter die in de buurt op de meeste kinderen paste wanneer de ouders uitwerken waren.

Ik knikte. ‘Ik moest van haar zeggen dat we nog een tijdje bezig zijn en dat ze van je houd.’

Henk staarde weemoedig voor hem uit. ‘Zorg dat ze veilig blijft, Codie jongen. Ze is mijn leven.’

‘Natuurlijk.’

‘Hoelang zijn jullie nou al wakker? Zouden jullie niet eerst even gaan slapen?’

Ik wees in de richting van de dromers. ‘Voorlopig zijn ze rustig. Althans deze groep. Maar voor hoelang? Straks breekt de hel opnieuw los.’

‘Ze kunnen onze wereld niet kwetsen, Codie, dus dat is geen probleem.’

‘Ja, maar ik denk dat het toch ergens niet goed is voor hun geestelijke gezondheid om zo lang te dromen.’

Henk knikte. ‘Misschien.’

‘Ik ga terug. Moet ik een boodschap doorgeven aan Dille?’

‘Zeg haar dat ze… nee, zeg enkel dat ik van haar hou en dat ze voorzichtig doet. En ze hoeft zich geen zorgen te maken om Yelena, die is bij Repelsteeltje in het huis van de buren waar ze ook op nog enkele andere kinderen moest oppassen.’

Ik legde bemoedigend een hand op zijn schouder, liet los en teleporteerde naar het huis van Dille.

Gehlen was er al, dat leed geen twijfel, zag ik door het raam van de woonkamer. Zijn kolossale omvang viel overal op. Ik hoopte dat Aqua eveneens geslaagd was, want zijn menselijke omgangstechnieken konden er nog wel eens bij inschieten. Hoewel hij wel menselijker leek de laatste dagen, maar dat kon ook liggen aan het feit dat hij droomde. Ik dacht terug aan het bezoek van professor Alda. Wat zou hij over mij weten? En hoe wist hij trouwens dat ik op zoek was naar informatie over mezelf? Zou hij nog, voor hij in slaap gevallen was, gemerkt hebben dat we de bestanden van New Horizons hadden gehackt? Of was het puur toeval? Ik popelde om de professor terug te zien en hoopte maar dat onze opdracht snel afgelopen zou zijn.

De voordeur stond op een kier, dus liep ik rechtstreeks door naar de woonkamer. Ik keek al uit naar de pizza die Dille ondertussen besteld zou hebben. De geur van de kaas en salami kwam me al tegemoet en de honger maakte me ondertussen behoorlijk misselijk. Kate was er ook al. Kalon kon ik, jammer genoeg, niet ontdekken. Als alles maar goed met hem ging. Ze zaten allen neer op de felgekleurde sofa’s, behalve Gehlen die rechtop stond, al leek hij niet zo vast op zijn benen te staan als anders. Aqua stak zijn duim in de lucht en knipoogde me toe. Hij was er dus in geslaagd zijn twee Portalen te laten sluiten. Ik reageerde door hetzelfde te doen.

‘We moeten onze hersenen gebruiken, mensen! Denk na!’ riep Gehlen gefrustreerd uit.

‘Dat is niet eenvoudig op dit moment,’ antwoordde Kate zuchtend. Ze nam een hap van een punt pizza. ‘We zijn doodop, Gehlen. We hebben slaap nodig.’

Dille hing er lusteloos bij. Ik zag dat ze amper haar ogen kon openhouden en haar woorden kwamen er moeizaam uit. ‘Kan je niet een bron aanboren, Kate? Een emowezen om hulp vragen of een of ander magisch ritueel uitvoeren? Weet ik veel, ik kan niet meer nadenken.’ Die laatste zin was niet meer geweest dan gefluister.

‘Ik probeer iets te bedenken, echt!’ Klonk het klagerig van Kate.

Ik ging naast haar zitten en nam een punt pizza waar de kaas vanaf droop. ‘Hoe gaat het met Kalon?’ Hemel, het was heerlijk eindelijk de smaak van voedsel te proeven.

‘Goed, hij mag morgen naar huis. Maar ze hebben wel voor de wond in zijn zij een rupa-engel moeten gebruiken.’ Onderhand begreep ik dat als dat in Emowereld gezegd werd, het vergelijkbaar was met de mededeling in Ratiowereld dat de patiënt ernstige complicaties had en onder narcose een langdurige operatie had ondergaan. ‘Hij rust nu uit,’ voegde ze er nog aan toe.

‘Dille.’ Met zichtbare moeite wendde ze haar hoofd naar mij toe. ‘Henk zegt dat hij van je houdt, dat je voorzichtig aan moet doen en je geen zorgen hoeft te maken om Yelena. Ze is hiernaast bij de buren en Repelsteeltje. Hij heeft alles onder controle.’

Een flauw glimlachje krulde om haar lippen. ‘De lieverd.’

‘Kate, probeer de Raad eens te contacteren en vraag of zij meer weten over de dromers,’ gebood Gehlen.

‘Dat probeerde ik vanmiddag al en ik kreeg geen respons.’

‘Probeer het nog maar eens.’

Kate sloot haar ogen. Door de stilte die heerste terwijl we wachten, had ik zo in slaap kunnen vallen, maar ik kneep hard in mijn handen om me wakker te houden.

‘Niets, geen antwoord.’

‘Zouden ze Emowereld verlaten hebben?’ vroeg ik. Op een of andere manier beangstigde die gedachte me, alsof ze de ratten waren die het zinkend schip hadden verlaten.

Kate schokschouderde. ‘Eerlijk gezegd ben ik te moe om me daar druk om te maken.’

Opnieuw viel er een stilte waarbij we allen met lege blikken voor ons uitstaarden.

‘Oké!’ Ik schrok me een bult door de uitroep van Kate. ‘Ik ga een energiedrankje bereiden. Zo kan het niet langer. Als we dan toch vannacht moeten doorwerken, dan maar gelijk goed wakker.’ Ze stond op met stramme bewegingen.

‘Waarom kwam je daar niet eerder mee?’ vroeg ik.

Kate tuitte haar lippen. ‘Omdat, slimmerd, het een vervelend bijeffect heeft. De regel in de magie is, dat je niet mag rotzooien met de gezondheid. Heksen kunnen bijvoorbeeld niet iemand met een ongeneeslijke ziekte door een magisch ritueel gezond maken. O, ze kunnen het wel, maar het mag niet. Het is een soort van natuurlijke wet dat je met magie heel veel mag, behalve je bemoeien met de lichamelijke conditie. Dat is enkel voorbehouden aan de natuur.’

‘Maar dat doen rupa-engelen toch ook?’ Ik schrokte een hap door. Ik was al aan mijn derde punt bezig en nog had ik honger.

‘Nee, Codie. Een rupa-engel kun je vergelijken met een erg goede chirurg uit jouw wereld. Het is hun aangeboren en natuurlijke kracht om te genezen en geloof me, grote wonderen kunnen ze ook niet verrichten. Ze hebben hun beperkingen, net als iedere andere dokter. Alleen zijn ze, zeg maar, gespecialiseerder. Magie daarentegen is iets bekomen dat er oorspronkelijk niet was. En dat is prima, zolang er niet met de gezondheid gemoeid wordt. Energiedrankjes zijn dan wel magie op een erg licht of laag niveau en niet zo ernstig als veel andere genezingsdranken, maar toch heeft het zijn nadelen.’

‘Welke dan?’ vroeg Gehlen, nu met een geconcentreerde uitdrukking op zijn gezicht. ‘En wanneer treedt het op?’

‘O, gelukkig begint het neveneffect pas wanneer de energie opgebruikt is en dat is na ongeveer een etmaal. En het neveneffect is dat we, zelfs na een goede nachtrust en lichamelijke recuperatie, geestelijk nog een tijdje vermoeid zullen zijn en we niet helder kunnen denken.’

‘Zo erg is dat toch niet?’ gaf ik aan.

Kate keek echter geamuseerd. Er volgde dus nog. ‘Ja, dat is zo, alleen die geestelijke vermoeidheid zal zo hevig zijn dat we ons continu zullen verspreken. De lapsussen zullen ons om de oren vliegen. Tot beschamend toe. Het begint op het moment dat het drankje aan het uitwerken is.’

‘Simpel,’ zei Dille. ‘Dan vermijden we andere mensen tot het voorbij is.’

‘Geloof me, dat is niet zo eenvoudig als je denkt.’ Het klonk alsof Kate er zelf ervaring mee had, vond ik en dat zou me niet verbazen. Ik kon me zo voorstellen dat ze uit nieuwsgierigheid een dergelijk drankje eens zelf uitgeprobeerd had.

‘Ik moet daarvoor wel naar huis. Daar heb ik alles wat ik nodig heb.’ Ze keek me aan. ‘Kun jij me brengen of loop ik even snel?’

Ik veegde mijn handen af aan een papieren servet en stond op. ‘Ik breng je wel. Jouw huis ligt aan de andere kant van Hoofdstad, dat is te ver.’

‘Ik kan ook een wagen zoeken,’ opperde ze nog.

‘Teleporteren gaat veel sneller. Het lukt me wel, zo moe ben ik niet.’ Al was dat laatste een grove leugen.

‘Oké, want eigenlijk heb ik je teleporterende hulp nodig bij het drankje.’

‘O, hoezo?’

‘Dat hoor je zo wel.’

‘Wij wachten hier,’ zei Gehlen. ‘Onderwijl kan Dille wat zoeken op de laptop. Misschien vindt ze daar een leidraad op.’

Dille nam haar laptop gelijk op schoot. Ik nam Kate bij de hand en we vertrokken.