Dream Watchers by Mel Hartman - HTML preview

PLEASE NOTE: This is an HTML preview only and some elements such as links or page numbers may be incorrect.
Download the book in PDF, ePub, Kindle for a complete version.

28. Kate De Lille

Moeders wijze raad: zo vaak mogelijk op blote voeten lopen. Het zorgt dat je in contact blijft met de natuur en versterkt je voeten.

‘Kate, Kate.’ Er werd zachtjes aan mijn schouder gepord. Loom opende ik mijn ogen. Misschien had het dutje niet lang geduurd, maar het was zeker diep geweest. Het voelde aan alsof ik uren geslapen had.

‘Hoi Codie.’ Ik ging rechtop zitten en wreef de slaap uit mijn ogen. Codie keek met een voldane glimlach op me neer. ‘Ik zie dat je volle flesjes mee hebt. Het is dus gelukt?’

‘Ja, precies zoals je gezegd had.’

Gelukkig maar, want het bespaarde ons ontzettend veel tijd. Op zoek gaan naar een energiek persoon leek eenvoudiger dan het waarschijnlijk was en zeker midden in de nacht wanneer de meesten sliepen. Ik had nog een reserve in mijn achterhoofd gehouden. De vriend van Thaleia, Trans. Ze had me verteld dat hij als muze van de beweging vol energie zat.

‘Ik zal het energiedrankje kunnen gebruiken,’ zei ik terwijl ik zuchtend opstond van de bank. Ik zou er mijn linkerpink voor gegeven hebben om te mogen blijven liggen. Maar er was werk aan de winkel.

‘Ik voel me weer helemaal wakker na die ontmoeting met die zandduivel,’ zei Codie die kwiek achter me aanliep naar de eettafel.

‘Dat effect hebben ze soms, ja,’ beaamde ik. De avond was nu volledig ingetreden en de woonkamer werd enkel verlicht door de volle maan. Buiten hoorde ik het welgekende gejank van de weerwolven. ‘Wil je het licht even aanknippen?’

Codie overhandigde me de flessen en deed wat ik hem vroeg. Het felle plafondlicht deed pijn aan mijn vermoeide ogen. Wat zou ik blij zijn wanneer dit probleem opgelost was. Als het ons lukte de dromers wakker te maken, dan zou ik een week lang mijn bed niet uitkomen. Het leed geen twijfel dat Kalon me daarin zou vergezellen. Opdrachten voor de fantasiejagers moesten ze dan maar aan een andere groep uitbesteden. In tegenstelling tot onze groep hadden zij wel kunnen uitrusten de afgelopen dagen. Ik nam de haren van de zandduivel uit het flesje en legde deze op het houtskool. Het maakte niet uit hoeveel haren er gebruikt werden. De enige regel hierbij was: hoe meer, hoe beter. Codie had er behoorlijk wat, en gelukkig met wortel, uit het hoofd van die arme zandduivel getrokken.

Terwijl ik het speeksel, waar ook geen vaste hoeveelheid voor verreist werd, in de grote fles over liet druppelen, kwam Ewok binnen getrippeld met Donder in haar kielzog. Ze liet er geen gras over groeien.

- Waar is mijn pizza? Ik ruik geen pizza.

- Ook een goedenavond, Ewok. Hoi, Donder.

‘Hallo, Kate. Hoi Codie,’ groette hij terug met die typische diepe en onduidelijke stem, alsof hij met een hete aardappel in zijn muil sprak. Weerwolven konden zowel telepathisch als normaal een gesprek voeren en uit beleefdheid naar Codie toe verkoos hij het laatste.

‘Hoi,’ zei Codie en ging zitten aan de eettafel.

‘Je komt hier een tijdje logeren, heb ik begrepen?’ zei ik tegen Donder.

De weerwolf ging op zijn achterpoten zitten en keek me met een schuine kop aan. Voor zijn doen zag hij er schoon uit. Waarschijnlijk had Ewok hem opgedragen om zich te wassen in een rivier voor ze naar hier kwamen. Gelukkig maar. ‘Als dat goed is voor jullie.’

‘Natuurlijk, dat had ik Ewok beloofd. Je bent van harte welkom.’

‘Dank je. Ik ben graag in de buurt van Ewok. Dan kan ze het tenminste niet aanleggen met een andere weerwolf.’ Hij grinnikte, een geluid dat erg leek op een droge rokershoest.

Ik grijnsde, maar hield mijn blik op het overgieten van het speeksel. Het zou zonde zijn om daar een druppel van te knoeien. ‘Moet je niet gaan huilen met de andere weerwolven?’

Hij trok zijn knokige schouders op. ‘Nah, ze zijn met voldoende. Trouwens, janken of niet, we kunnen toch niets aan de situatie veranderen. Allemaal verloren energie.’

Ik grinnikte. ‘Erg verstandig opgemerkt.’

‘Wat ben je aan het maken? Het stinkt.’

Ik snoof. Behalve de kruiden, die nochtans niet onaardig geurden, rook ik niets. ‘Een energiedrankje.’

‘Wees daar maar voorzichtig mee.’

‘Ik ken de bijeffecten, Donder.’

‘Oké dan.’

- Wil je nog praten of gaan we de tuin in, lekker ding.

Ewok sprak Donder telepathisch toe. Ze keek hem daarbij hitsig aan. Het is moeilijk uit te leggen hoe dat er bij een hond uitziet, maar geloof me, ik ken haar al jaren en weet onderhand hoe dat bij haar tot uitdrukking komt. Daarvoor moest ik niet eens naar haar donkerrode aura kijken.

- Laat wel de katten met rust, Ewok!

Ze zou lak hebben aan mijn boodschap, maar ik voelde het toch als mijn plicht om het te zeggen. Met zijn neus haast tegen haar kont aangeplakt volgde Donder Ewok.

Voor ze de tuin in verdwenen, zei ze nog:

- Je kan maar zorgen dat je pizza hebt in de vriezer. Beloofd is beloofd.

Ik antwoordde niet. De laatste druppels verdwenen in de fles en ik zette deze, naast het schaaltje, tussen de kaarsen in.

‘Zover zijn we al,’ zei ik en wreef mijn klam geworden handen aan mijn broek af.

‘En nu?’ vroeg Codie die de uitstalling geïnteresseerd bezag.

‘Nu moet ik een klein ritueeltje doen om de krachten van de haren en het speeksel in werking te zetten. De kruiden versterken dan weer dat van het haar en het speeksel en de drie kaarsen vormen een natuurlijke en magische zone waarin dit kan gebeuren,’ verklaarde ik.

‘Zit ik in de weg?’ Voor ik antwoord kon geven, schoof hij met zijn stoel naar achteren.

‘Nee, hoor,’ zei ik snel. Ik snakte er plots naar om het drankje op te drinken.

Ik liep naar de openhaard en nam een doosje lucifers dat ernaast lag. Dan stak ik de eerste kaars aan, de rode.

Ik begon: ‘Rood, kleur van de bloedenergie.’

Ik stak de groene kaars aan: ‘Groen, kleur van de natuurenergie.’

Vervolgens de donkerblauwe: ‘Blauw, kleur van de hemelenergie.’

Als laatste het houtskool zodat de haren, laurierblaadjes en salie vlam konden vatten. De rook die eruit opsteeg prikkelde mijn neus. Ik hield wel van de geur van salie. Voorzichtig nam ik de fles op en hield deze boven de rook. De vele kruiden dreven in het klotsende vocht en het speeksel. De tekst was niet moeilijk en ik wist nog woord voor woord hoe het ging.

‘De slaap verdwenen

Onvermoeibare benen

Heldere geest

Krachten onbevreesd

Treedt in dit magisch water

Voor nu en later’

Meteen werd de lucht ijler en werd het moeilijker om te ademen. Langzaam en geconcentreerd nam ik een teug zuurstof binnen en liet het uit mijn longen ontsnappen. Het was nu een kwestie van geduld hebben tot de laurierblaadjes, de haren en de salie volledig opgebrand waren. Buiten verstomde het gehuil van de weerwolven tot de omgeving waarin ik me bevond volledig geluidloos was. Niets kon deze magische cirkel nog verbreken tot het ritueel zijn krachten had opgebruikt en in het water van de fles had gelost. De kaarsen gaven aan dat het voltrokken was door hun vlammen de hoogte in te schieten. Een korte felle flits, synchroon en volmaakt. Het was volbracht. De lucht kreeg zijn normale druk terug en de geluiden drongen steels de kamer binnen, alsof een volumeknop werd omgedraaid. Ik blies de kaarsen een voor een uit, in dezelfde kleurvolgorde als ik ze aangestoken had.

‘Dat is het?’ fluisterde Codie. Er klonk duidelijk ontzag door in zijn stem. Ik was helemaal vergeten dat hij er zat. Als ik met een ritueel bezig was, hoe klein ook, dan verloor ik me er helemaal in en sloeg geen acht meer op mijn omgeving.

Ik knikte. ‘Dat was het. Nu moet ik het eerst nog zeven.’

Ik liep naar de keuken toe en nam een pot en zeef uit een kast. Uiterst voorzichtig goot ik het goedje over in de zeef zodat alleen de vloeistof in de pot terechtkwam en de kruiden in de zeef achterbleven.

‘Codie?’

Hij kwam naar me toe. ‘Ja?’

‘Hou jij de fles even beet.’

Via een kokertje goot ik het magische drankje terug in de fles, gelukkig zonder een druppel te verspillen. ‘En nu moet iedereen er een flinke slok uitdrinken.’

‘Beginnen wij alvast?’ Het klonk dapper, maar ik zag een lichte flikkering van angst in zijn aura, vermengd met nieuwsgierigheid.

‘Waarom niet?’ Ik schokschouderde en nam gelijk een grote slok.

De tinteling van energie trok meteen door me heen, als een sidderaal die elektrische vonken afgaf. Het vulde, waar het voorbij stroomde, iedere cel van mijn lichaam met een opstoot van kracht. Het brandde een weg door mijn slokdarm, mijn maag, ieder orgaan. Als laatste smakte het tegen mijn hersenen met een ongelooflijke kick. Waw, ik was vergeten hoe lekker het aanvoelde. Alsof ik de hele wereld aankon en een nieuwe regeringsvorm kon verzinnen terwijl ik een marathon uitliep. Codie die mijn gelukzalige grijns zag, nam de fles van me over en nam ook een slok. Zijn ogen werden groter en groter en je zag duidelijk de vermoeidheid uit zijn gezicht wegtrekken. Hij bekeek zijn armen alsof ze nieuw voor hem waren.  

‘Laten we gaan!’ hij sprong op. ‘Ik voel me super!’

Ik lachte en ook deze klonk weer vol energie. ‘Oké. Maar eerst snel even Ewok inlichten.’