30. Aqua Ibsen
Vertelde ik later aan een medegevangene: door die energiedrank voelde ik me als een nuchter persoon te midden van een groep dronkaards. Het was een tijdje grappig tot het niet meer zo was.
‘Gaan we naar Renilde’s winkel?’ vroeg Dille toen we buiten stonden. ‘Die ken ik nog het beste. Ja? ja? Renilde?’
Ze begonnen me danig op mijn zenuwen te werken, die energiebommen, maar ik probeerde mijn kalmte te bewaren. ‘Ja, hoor, prima. Te voet?’
‘Beter, beter. Dan kan ik het lekker uitrennen.’
En rennen deed ze. Ik kon haar amper bijhouden. Denk maar niet dat ze inbond naarmate we het centrum van Hoofdstad naderden. Volgens mij kon ze het in dat tempo volhouden tot aan Joppe. Ze slalomde tussen dromers door met de behendigheid van een hindernisloper, maar maakte daardoor wel de baan vrij voor mij. Het was een poosje grappig geweest om het snelpratende en nerveuze gedrag van mijn vrienden gade te slaan, maar op den duur werd het alleen maar ontzettend vermoeiend. Ik zou blij zijn wanneer ze weer hun oude zelf waren. Ik passeerde een aantal vreemde schouwspellen op weg naar Renilde’s winkel. Een dromende chimpansee die aan het schermen was met een mens, een man, enkel getooid met een kroon, die reed op de rug van een paarse olifant en een stoet mannen in maatpakken die op trompetten bliezen waar geen geluid uitkwam. Bijna werd ik omvergeworpen door een boom zonder kruin die plots naast me verscheen en ik kon nog net een plens water ontwijken die uit het niets voor me neerkwam. Ik begreep niet hoe de inwoners van Emowereld dat al die eeuwen hadden volgehouden. Ik zou gek worden van al die onverwachte uitbarstingen van dromers. Maar goed, we kwamen zonder kleerscheuren aan bij de winkel van Renilde. Dille wilde gelijk naar binnen stuiven, maar ik hield haar nog net tegen.
‘Wacht even, we moeten bespreken hoe we het aan boord leggen…’ Ze wilde me onderbreken, maar ik legde mijn wijsvinger op haar lippen. ‘We moeten het voorzichtig aanpakken, Dille. Heksen kunnen niet tegen onbeleefdheden, weet je nog? En jij bent op dit moment niet meteen het toonbeeld van geduld en diplomatie.’
Dille knikte. ‘Oké, oké, ik begrijp het. Moet ik buiten blijven?’
‘Nee. Blijf gewoon naast me staan. Jou kent ze en mij niet.’
‘Oké, oké.’
Ik opende de deur en voor ik nog maar een stap binnen had gezet, stond Dille al voor de heks. Verbaasd knipperde ik met mijn ogen. Had ik nou niet eerst een pezig, kleine vrouw gezien met halflang, bruin haar? Want voor me stond nu een lange dame met heuplang, blond haar die verdacht veel leek op mijn moeder.
‘Goedenavond, Renilde,’ zei Dille. Ik zag dat ze moeite deed om stil te blijven staan.
Renilde bekeek haar vorsend van top tot teen, verwijderde toen haar ogen en zei: ‘Dille, heb jij van een energiedrankje gesnoept?’
‘Ja, ja. Euh, ik bedoel, inderdaad, daar hebt u gelijk in.’
Renilde maakte een klakkend geluidje met haar tong. ‘Dat is niet zo best. Waarom?’
Ik kwam naast Dille staan en zei: ‘Goedenavond, mevrouw, ik ben een vriend van Dille. Aqua Ibsen, aangenaam.’ Ik stak mijn hand uit.
De heks nam die meteen aan. ‘Wat ben jij een hemels wezen. Aangenaam.’ Ze liet mijn hand los en keek Dille weer aan. ‘Meid, waarom heb je een energiedrankje genomen?’
Nu moest Dille wel praten met haar en ik hoopte dat ze beleefd kon blijven. Dat drankje gaf hen niet alleen energie, maar ik had al gemerkt dat het ook hun persoonlijkheden veranderde. Het was echter geen optie om opnieuw hun gesprek te onderbreken, aangezien dat er een teveel kon zijn voor Renilde. Anderzijds, de heks had door dat Dille niet zichzelf was, dus gaf ze haar misschien iets meer speelruimte.
Dille wees naar buiten. ‘We moeten die kwestie met de dromers oplossen en we waren al twee dagen en een nacht op, dus hadden we geen energie meer en toen kwam Kate...’
‘Ik begrijp het al.’ Renilde glimlachte. ‘En wat kan ik voor jou en je vriend betekenen? Een kilo suiker?’
‘O…’ begon Dille, maar nu onderbrak ik haar wel.
‘Vergeef me mijn interruptie, maar we hebben niet veel tijd.’ Ik boog me nederig. Misschien een beetje ‘over the top’, maar beter teveel dan te weinig bij die lui.
De heks keek me aan en knikte kort. ‘Goed, wat is het probleem?’
‘De situatie met de dromers.’ Ik wilde nog ‘natuurlijk’ eraan toevoegen, maar hield me net op tijd in. Dat zou ze wel als een belediging kunnen opvatten. ‘Denkt u, en ik vraag het met alle respect, dat heksen in staat zouden zijn om dromers vast te houden?’
Ze antwoordde niet meteen en keek me indringend aan. Mijn hartslag ging ongewild de hoogte in. Rustig blijven Aqua, niets aan de hand, anders was je allang verandert in een of ander toiletartikel.
Ten slotte zei ze: ‘Ik ben niet beledigd, ik vind het juist een compliment. En ja, we zouden dit kunnen doen.’
Ik hield mijn adem gespannen in en ook Dille leek rustiger dan daarvoor.
‘Maar,’ vervolgde ze. ‘Het heeft niet onze signatuur. Ik kan het dus, jammer genoeg, niet aan de prestaties van een heks toeschrijven. Het zou wel een staaltje prachtige en sterke magie geweest zijn, niet? En een hilarische ook. Zie ze nou bezig, die rationele mensen.’ Ze blikte langs ons heen naar buiten door het grote raam en grinnikte. ‘Lucide en zich dan nog zo gek gedragen.’
Op datzelfde moment klopte een dromer op het raam. Hij werd verlicht door een straatlantaarn en zwaaide ons vrolijk toe, waarna… hij zijn tong uitstak. Mijn hartslag had net zijn rustige tempo hervat en dan gebeurde deze provocatie! Renilde zuchtte echter alleen maar en zei: ‘Ik zweer het jullie. Als dromers niet onkwetsbaar zouden zijn, dan had ik de helft van hen al in zetpillen verandert. Hilarisch of niet.’
Opgelucht liet ik onhoorbaar mijn adem ontsnappen. ‘Waaraan zou u wel herkennen dat het werk van een heks was geweest?’
‘Het zou nu al uitgewerkt moeten zijn. Magie houdt nooit zo lang stand, zelden langer dan vierentwintig uur. En bovendien zouden we, denk ik toch, ervoor gezorgd hebben dat ze niet lucide gingen dromen, zodat ze het zich niet zouden realiseren. Nee, ik denk dat je de veroorzakers in een andere hoek moet gaan zoeken, Dille en mooie Aqua. Ik zou zweren dat je een engel was als je niet overduidelijk aan het dromen was en vleugels had gehad.’ Ze glimlachte me verleidelijk toe en geloof me dat je dat niet wilt zien bij iemand die het uiterlijk van je moeder heeft aangenomen.
‘Bedoelt u dat het feit dat ze lucide dromen, veroorzaakt werd van buitenaf en het geen natuurlijk gevolg is?’ vroeg ik snel en deed alsof ik haar insinuerende blik niet opgemerkt had.
‘Dat weet ik eerlijk gezegd niet. Ik zeg alleen dat wij heksen er wel wat op gevonden hadden. Het is veel leuker om dromers bezig te zien in hun totaal onderbewuste staat.’
‘Ik begrijp het. Dank u voor het beantwoorden van onze vragen.’
‘Ja, ja, dank u, dank u,’ voegde Dille er, opnieuw in haar nerveuze staat, aan toe.