Dream Watchers by Mel Hartman - HTML preview

PLEASE NOTE: This is an HTML preview only and some elements such as links or page numbers may be incorrect.
Download the book in PDF, ePub, Kindle for a complete version.

31. Codie Van Holm

Sofie’s mening: als een kledingstuk een dromer niet past, ligt het volgens de vrouwelijke feeën aan het kledingstuk dat niet goed ontworpen was en volgens de mannelijke feeën aan de dromer.

Mens, mens, wat een drive, wat een krachtexplosie! Ik zat zo vol energie dat ik het gevoel had elk moment als een vulkaan uit te kunnen barsten. Ik rende het hele eind van Dille’s huis naar dat van Sofie, dwars door het centrum heen, naar de andere kant van de stad, zonder me ook maar enigszins te vermoeien. Uiteraard wilde ik liever Sofie zien dan Toth. Ik had geen idee waarom ik zo stom had gereageerd. Misschien omdat ik Toths bibliotheek een beetje als mijn privédomein was gaan beschouwen. Mijn eigen bijzondere plekje waar de andere fantasiejagers meestal geen oog voor hadden. Egoïstisch van me, dat besefte ik wel. En misschien was ik ook een beetje bezorgd op hoe Sofie zou reageren bij het zien van deze andere Codie. Ik kon amper stilstaan, dus een normaal geduldig gesprek zou wel helemaal moeilijk zijn. Hopelijk schrikte ik haar niet af. Onze relatie was dan wel diep en intens, althans voor mijn gevoel, maar het was ook nog pril en fragiel.

Tijdens het rennen bestudeerde ik ook de dromers die ik tegenkwam. De verbinding tussen mijn zintuigen en mijn hersenen werkte dusdanig snel dat ik alles kon registreren. De diversiteit in hoe de dromers omgingen met hun toestand was extreem. Sommigen zaten op stoepranden lethargisch en depressief voor zich uit te kijken en anderen leken zich voorgenomen te hebben om eeuwig te feesten. Het viel me op dat de dieren zich nog het normaalst gedroegen; tijgers zaten achter herten aan, bevers lieten kleine vijvers ontstaan waar ze voordien niet waren en sleepten houtblokken heen en weer, honden snuffelden aan elkaars kont of joegen de katten op. Alleen mensen weken in hun dromen af van hun wakkere routine en gedroegen zich ridicuul of op de rand van het criminele.

Opgelucht merkte ik dat er licht brandde bij Sofie. Ze vroeg zich waarschijnlijk af waarom ik zo lang niets van me had laten horen, al had ik haar wel via een postduif laten weten dat ik een langdurende en moeilijke opdracht had met de fantasiejagers. Laatst had ze nieuwe roodzijden gordijnen opgehangen in de woonkamer, waardoor het licht dat naar buiten scheen er gezellig en uitnodigend uitzag. Ik realiseerde me nu pas hoe erg ik haar gemist had en verlangde naar haar omhelzing.

Ik klopte aan. Sofie deed meteen open en toen ze me zag, vloog ze me om de hals.

‘Ik was zo bezorgd, lieverd. Ik heb je ontzettend gemist!’ Ze liet me los en keek me onderzoekend aan. ‘Alles goed?’

‘Nu wel, nu wel,’ antwoordde ik en vond het nogal cliché klinken, al meende ik het. We zoenden elkaar langdurig en innig. Ze rook geweldig en ik wilde dat ik haar peperkoekzoete geur voor altijd bij me kon dragen.

‘Vertel me alles,’ zei ze en ging me voor naar de woonkamer. ‘Wil je thee of een glaasje wijn?’

‘Nee, nee, bedankt, ik heb niet veel tijd. We zijn nog niet klaar.’

‘O,’ ze draaide zich om. ‘Jammer.’ Haar mokkakleurige ogen namen me verbaasd op. ‘Wat doe je trouwens opgewonden. En je blik…’

‘Euh, we hebben een energiedrankje gedronken zodat we kunnen doorwerken.’

Sofie sloeg een hand voor haar mond. ‘O, Codie, dat is zo gevaarlijk.’

‘Het komt wel goed.’

‘Ik hoop het.’

Ze liep hoofdschuddend door. We gingen naast elkaar zitten op de bank. De woonkamer werd aangenaam verlicht door kaarsen en geurde zoals gewoonlijk overdadig naar de vele bloemen die er in vazen stonden. De eettafel lag vol met patronen en garen. De naaimachine, waar ze zo dol op was omdat het een erfstuk van haar grootmoeder was, stond nog aan. Op de banken en op de grond lagen lappen stof in sobere kleuren. Dat verbaasde me. Sofie was nogal extravagant in haar ontwerpen en gebruikte meestal felle kleuren en stoffen met bizarre prints.

Sofie vleide zich tegen me aan en legde haar hoofd op mijn schoot. Ik begon zachtjes haar speelse, zwarte haren te strelen. Het was niet makkelijk om stil te blijven zitten, maar de aanwezigheid van Sofie maakte me iets rustiger. Bovendien wilde ik haar dicht bij me en daar had ik heel wat moeite voor over.

‘Maar je bent nu hier en ik wil zo intens en lang mogelijk van je genieten,’ zei ze zacht.

‘Ik ook.’ Ik zoende haar hoofd. ‘Heb je niets opgevangen over die invasie?’

‘Invasie?’ ze schoot rechtop en keek me vragend aan. ‘Wat bedoel je?’

‘Laat maar, vertel ik je een volgende keer.’

Ze trok haar schouders op en ging weer met haar hoofd op mijn schoot liggen. ‘Ik heb niets gehoord over een invasie. Een invasie van wie?’

‘Het is te lang om uit te leggen, maar ik beloof je dat je het gauw hoort. Dat probleem is opgelost, dat kan ik je verzekeren.’

Sofie berustte in mijn antwoord. Het verbaasde me opnieuw dat haast niemand ervan op de hoogte was. Leefden ze dan zo ontspannen hier in Emowereld? Het was me al eerder opgevallen dat er erg veel voor nodig was om de bewoners van Emowereld in de stress te krijgen. Ze lieten het meeste maar over zich heen gaan en maakten zich zelden druk om dingen. Morgen een nieuwe dag en waarom panikeren over iets waar je weinig aan kon veranderen, leek hun filosofie te zijn. Behalve toen er zoveel vortexen waren verschenen dat het hun leven ondraaglijk had gemaakt. Toen hadden ze wel actie ondernomen en zelfs geprotesteerd. Ik wou dat ik net zo ontspannen kon zijn en misschien was ik ook wel zo geweest als ik in Emowereld was opgegroeid.

‘Dus je komt me alleen even snel opzoeken? Wat lief van je,’ murmelde Sofie en streek met haar hand over mijn bovenbeen.

‘Nou,’ begon ik aarzelend en stokte in mijn bewegingen. ‘Ik moet je eigenlijk iets vragen.’

‘Oké. Maar doe verder, het is erg lekker.’

Ik hervatte het strelen. ‘Het is je toch opgevallen dat er abnormaal veel dromers aanwezig zijn?’

‘Mja. Gaat wel weer over.’

‘Nou nee, niet dus. Het wordt door iets of iemand veroorzaakt en we zijn dit aan het uitzoeken.’

‘Hoezo door iets of iemand? Dromen is toch een natuurlijk fenomeen bij ratiomensen? Ik dacht dat ze een collectieve slaap hielden daar in Ratiowereld of zoiets.’

‘Ja, maar niet zo lang achtereen. De meesten zijn al twee dagen en nachten aan het dromen.’

‘O, oké, was me niet opgevallen. Ik ben vandaag amper buiten geweest. Ik heb een nieuwe grote opdracht.’

‘Leuk voor je!’

‘Sekhmet houdt weer eens een feestje en wil dat iedere halfling verkleed komt opdagen.’

‘Met een thema?’

Sofie grinnikte. ‘Ja, als ratiomensen.’

‘Ratiomensen? Wat is daar nu bijzonder aan. Het lijkt me nogal saai.’

‘Voor hen niet. Zij zien het als een uitdaging. Je kan je voorstellen dat het hen ontzettend veel moeite kost om zich zo eenvoudig mogelijk te kleden. Vandaar dat de meesten mijn hulp hebben ingeroepen.’

‘En vind jij het dan niet een saaie opdracht?’

‘Mjah, een beetje wel. Ik moet me echt inhouden om geen kleuren te gebruiken. Ratiomensen dragen toch overwegend zwart, grijs en bruin, hé?’

Ik knikte, besefte dat ze dat niet kon zien en zei: ‘Ja, over het algemeen wel. En geen tierelantijntjes, maar strakke stoffen en een eenvoudige snit.’

Ze zuchtte. ‘Ja, dat dacht ik al.’

Ik wist niet hoe ik het volgende moest vragen zonder beledigend over te komen. Sofie had dan wel geen kort lontje, voor zover ik ervaren had, maar dat betekende niet dat ze het goed zou opvatten. Ik verzamelde mijn moed.

‘Schat?’

‘Ja?’ Het klonk een beetje slaperig.

‘Zouden feeën dat kunnen?’

‘Feeën wat kunnen?’

‘Nou, dromers vasthouden in Emowereld. Zorgen dat ze niet meer wakker worden.’

Ik voelde hoe haar spieren opspanden. Ze kwam rechtop en ging met haar benen in de kleermakerspositie zitten. ‘Codie Van Holm, hoe kom je daar nu bij?’

‘Sorry, maar ik moest het vragen. We gaan alle wezens na die invloed hebben op dromers. Ik wilde je niet persoonlijk of jouw soort beledigen.’ Ik sloeg mijn blik neer. ‘Ik was al bang dat je boos zou zijn.’ De onrust en energie begon weer te koken in mijn lijf nu ze niet meer tegen me aan lag. De drang tot bewegen werd haast ondraaglijk, tot Sofie mijn hoofd tussen haar handen nam en me dwong haar aan te kijken. ‘Lieverd, ik ben niet boos, alleen verbaasd. Het is waar dat wij, feeën, invloed hebben op dromers, maar alleen op hun kledij. En dan nog. Het is niet zo dat we rechtstreeks invloed op hen hebben en al zeker niet op hun slaappatroon. Je weet toch hoe het werkt? We teleporteren zelf ontworpen kledij op het lichaam van dromers om te kijken hoe het staat. Meer niet.’

‘Ja, dat weet ik.’

‘Hadden we maar zoveel macht.’ Ze grijnsde.

‘Sorry dat we jouw soort verdachten. Het was alleen… het stond op een lijstje en…’

Ze plantte een zoen op mijn lippen. ‘Het is je vergeven. Laat maar.’

Ik glimlachte haar dankbaar toe en ging staan. Het bruisende bloed dat door mijn aderen stroomde, dwong me daar nu eenmaal toe.

Haar ogen stonden plots droevig. ‘En nou moet je weer weg, veronderstel ik?’

‘Ja, dat moet ik.’ Terwijl ik niets liever wilde dan me verdrinken in haar aanrakingen. Het zijden rokje dat ze aanhad viel een stukje open zodat haar ebbenhouten huid tevoorschijn kwam. Ik kon mijn ogen er niet afhouden.

Nu begreep ik hoe Kate zich gevoeld had toen ze spontaan eruit flapte dat ze zin had in seks, al denk ik niet dat het bij mij door het energiedrankje kwam. Sofie maakte het bij me los en daar hoefde ze niet eens veel voor te doen. Ik snakte ernaar haar donkere, fluweelzachte huid tegen me aan te voelen. Ze zag het waarschijnlijk aan mijn broeierige blik, want ze glimlachte en zei: ‘Een vluggertje?’

Mijn stem klonk hees toen ik antwoordde: ‘Meer zit er waarschijnlijk niet in door dat energiedrankje.’

In geen tijd hadden we ons ontkleed. Vooral ik dan.