Dream Watchers by Mel Hartman - HTML preview

PLEASE NOTE: This is an HTML preview only and some elements such as links or page numbers may be incorrect.
Download the book in PDF, ePub, Kindle for a complete version.

34. Kalon Dracul

De ware liefde bestaat wel, in tegenstelling tot de bewering van anderen. Alleen is het zo dat iemand de ware voor jou kan zijn, maar dat betekent niet dat jij ook de ware voor die ander bent. Het ware geluk is dan om een relatie te vinden waarbij het van twee kanten komt. 

Ik mocht vervroegd het ziekenhuis verlaten. De rupa-engel had, door mijn versneld genezende eigenschappen, minder oplapwerk aan me gehad. En gelukkig was ik door de enkele uurtjes slaap volledig opgeknapt en popelde ik om de anderen weer bij te staan. Met het fantasiejagerhorloge kwam ik te weten dat ze allen, nadat ze hun opdrachten afgerond hadden, bij Dille samen zouden komen. Onderweg piekerde ik me suf over welk wezen krachtig genoeg zou zijn en er bovendien voordeel uit zou halen om de dromende ratiomensen vast te houden. Het lukte me niet goed en dat kwam voornamelijk omdat ik voortdurend gestoord werd door de dromers die me aanklampten. Ze vroegen me nogal vaak of ik ook een dromer was. Blijkbaar konden ze, zelfs als lucide dromers, niet bepalen of iemand een emowereldbewoner was of een dromende ratiomens. Ik besloot dan maar mijn hoofd leeg te maken tijdens de wandeling, in de hoop dat ik daardoor onverwachts op een idee zou komen.

Ik liep voorbij een emomens die nog op dit late uur een affiche op de gevel van een huis plakte. Waarschijnlijk hadden ze iets op het laatste moment beslist, wat typerend was voor Emowereldbewoners. Nieuwsgierig las ik wat er opstond.

Zaterdag omnibolwedstrijd in het sportstadium!

Aanvangstijd: 14:00 uur.

Tickets te verkrijgen op het postkantoor van Hoofdstad.

Misschien, als we tegen dan het probleem opgelost hadden, kon ik Kate en Ewok meenemen erheen. Het sportstadium lag op de route naar Ferron, dus niet erg ver. Ik wist dat Kate dergelijke wedstrijden leuk vond en bovendien werden ze slechts sporadisch gehouden; maximaal twee maal per jaar. Maar ook ik kon er van genieten. Niet omdat het spannend was, want de regels waren erg eenvoudig, maar omdat het best grappig was om te zien.

Het betrof een sportwedstrijd tussen demi-reuzen, zowel mannelijke als vrouwelijke. De lichamelijke kracht van de mannen en vrouwen was bij demi-reuzen namelijk gelijkwaardig. De omnibollen werden door de demi-reuzen laag over de grond gegooid in de richting van drie kegels. De kegels waren relatief groot; een meter hoog en dertig centimeter breed en stonden op een afstand van twintig meter. In het midden van die twintig meter stonden er drie heksen aan de zijlijn, bij elke baan een dus. Zodra de omnibol tien meter had overbrugd, de helft, mocht deze zelf de afstand verder uitrollen in de richting die hij of zij verkoos. De bedoeling was om een van de kegels te raken. Dat klonk simpel, maar daar kwamen dan ook de heksen in beeld. De heks moest op het moment dat de omnibol de lijn van tien meter voorbij rolde, gissen aan de bewegingen van die omnibol welke kegel hij wilde raken. De heks mocht slechts een kegel verwijderen en de omnibol mocht slechts een richting uitgaan. Het was dus niet de bedoeling dat de omnibol eerst voor bijvoorbeeld de meest linkse kegel koos en wanneer hij zag dat de heks deze wegtoverde, dan maar voor de meest rechtse ging. Bovendien draaide het spel niet enkel rond het omverkrijgen van een kegel, maar had de overwinning ook veel te maken met de kracht van de demi-reus. De omnibol die het verst gerold werd door de demi-reus had uiteraard meer kans om als eerste een kegel omver te krijgen.

In een ronde deden er telkens drie demi-reuzen en drie heksen mee die tegen elkaar speelden. De winnende demi-reus van die drie nam het dan weer bij een volgende ronde op tegen twee nieuwe kandidaten. De heksen die telkens bleven staan en niet afgewisseld werden, waren voor aanvang van de wedstrijd uitgekozen door de demi-reuzen. Ze mochten niet hun eigen heks kiezen, want dan namen ze uiteraard de meest waardeloze, maar deze voor een tegenstander. Het ging er vaak erg chaotisch aan toe. Maar het komische was wel het verschil tussen het gedrag van de demi-reuzen en dat van de heksen. Enkel tijdens een omnibolwedstrijd stoorden de heksen zich niet aan onbeleefd gedrag en vloekende uitspraken. Dat was maar goed ook, want demi-reuzen hadden volgens mij het schelden uitgevonden en bij iedere wedstrijd vonden ze nog eens nieuwe vloeken uit. De afkeurende en misprijzende blikken van de heksen bij het opgewonden en grove gedrag van de demi-reuzen maakte zo’n wedstrijd tot een heuse belevenis. De vorige keer lagen Kate en ik dubbel van het lachen en kwamen we thuis met serieuze buikspierpijnen.

Ik hoorde zacht gekreun uit de bosjes komen en liep erheen. Misschien was er iemand in nood, dacht ik, maar hield me net op tijd in en grijnsde. Het was geen gekreun van pijn, maar de leukere variant. Mijn vermoeden werd bevestigd toen ik hoorde: ‘O ja, O ja, dat is lekker.’ Het deed me wanhopig verlangen naar weer eens een intiem samenzijn met Kate en ik kreeg enorm veel zin om alle dromers door de Portalen te gooien. Al wist ik, door de korte briefing die ik via het horloge had gekregen van Kate, wat er dan met hen gebeurde, het kon me niet schelen. Ze werden vervelend, verlengden de tijd tot een goede seksbeurt met Kate en moesten dus oprotten. Ik versnelde mijn pas naar Dille’s huis en negeerde zoveel mogelijk de dromers voor ik het nog daadwerkelijk zou uitvoeren ook. 

Ik kwam Zelfmoord Nell tegen die deze keer blijkbaar een andere dromer had overgehaald om haar te wurgen in plaats dat ze zichzelf probeerde te doden. Met een glimlach op het gezicht lag ze op de grond, met de dromende man bovenop haar. Bijna werd ik geraakt door een vliegende dromer die rakelings over me heen scheerde en iets verderop met een smak neerkwam op de grond. Ze stond onmiddellijk weer op en snelde weg. Gelukkig werden me grote veranderingen in de bestrating en de omgeving bespaard, want mijn humeur leek net zo donker te worden als de nacht.

Gehlen liep me omver toen ik er eindelijk zonder verdere moordneigingen aankwam. Ik struikelde en kwam vloekend op mijn knieën terecht.

‘Sorry, man, sorry!’

Ik krabbelde overeind en gromde. ‘Laat maar.’

‘Alles goed? Ben je volledig hersteld? Lieten ze je al gaan?’

De snelheid van zijn woordenstroom deed me duizelen. ‘Ja, alles prima. Dank je.’

‘Je gelooft nooit, nooit, wat Toth me net vertelde,’ zei hij op gejaagde toon.

Ik vond hem er nogal manisch uitzien met zijn uitpuilende ogen en nerveuze bewegingen. O, natuurlijk, dat was ik bijna vergeten. Kate had me op de hoogte gebracht van het energiedrankje dat ze allemaal gedronken hadden.

‘Wat dan?’ vroeg ik.

‘Binnen, binnen.’ Gehlen stoof me voorbij naar de voordeur toe.

Dille, Aqua en Codie waren al terug. En niet veel later voegde Kate zich er ook bij. Ze omhelsde me zo krachtig dat ze de lucht uit mijn longen perste. De verslagen van de groep waren kort. Nee, heksen, feeën en muzen hadden hoogstwaarschijnlijk niets te maken met het dromerprobleem. Eerlijk gezegd had ik dat evenmin verwacht. Maar wat Gehlen vertelde, en dat was een heel verhaal, sloeg ons allemaal van onze sokken. Behalve bij Kate en Codie. Zij keken alsof het hen helemaal niet verbaasde.