35. Dille Vandeputte
Mijn twee mooiste momenten: Henk ontmoeten en de eerste maal dat Yelena mij aankeek en glimlachte.
‘Wat denk jij, Kate, wat denk jij?’ vroeg Gehlen, nadat hij klaar was met de uiteenzetting van Toths theorie.
Kate leek nog nerveuzer te worden dan ze al was. Ze friemelde onophoudelijk aan haar broek en aan de kraag van haar bloes. Maar vooral: het leek wel alsof ze zich schuldig voelde. Ze keek Gehlen niet aan toen ze antwoordde: ‘Ik denk dat Toth gelijk heeft. En ik heb de bewijzen.’ Ze had het snel gezegd, alsof ze bang was dat ze zich zou bedenken.
Het was stil in de kamer, wat in onze huidige omstandigheden heel wat betekende. Aqua was de eerste die het woord nam.
‘Wel, ik denk dat Kate wat op te biechten heeft.’ Hij kruiste zijn armen voor zijn borst en keek vergenoegd. Ik kon wel raden waarom. Deze keer was hij het niet die een geheim had.
‘Eerlijk gezegd weet ik er ook van,’ zei Codie en onze hoofden draaiden allemaal zijn richting uit. Hij zat in kleermakerszit, maar zijn benen bewogen onophoudelijk. Het ene moment kruiste hij ze om ze dan weer meteen te strekken.
‘Oké, kom op.’ Gehlen klonk geïrriteerd, al zag je dat hij zijn best deed om zich in te houden. ‘Vertel ons wat je weet en snel een beetje.’
Ik durf eerlijk toe te geven dat ik razend benieuwd was en nooit eerder zo nieuwsgierig was geweest. De lucht voelde zelfs gewichtig aan.
Kate keek op. ‘Ik beloof dat ik deze keer alles zal vertellen, maar…’ Ze keek ons een voor een streng aan. ‘Wat ik vertel mag nimmer deze kamer verlaten. Dille, je mag dit ook niet aan Henk vertellen en jij Gehlen, dus ook niet aan Natasha. Ik ga al ver over de schreef door het aan jullie te vertellen, maar ik vermoed meer en meer dat het noodzakelijk is voor het oplossen van het dromerprobleem. Beloof het me!’
We knikten en mompelden onze beloftes. Ik denk dat we allemaal onder de indruk waren van de felheid waarmee ze gesproken had. Ik alleszins wel. Het was duidelijk menens en de revelatie zou niet mals zijn.
‘Ik hoop dat Hecate het me niet kwalijk neemt.’ Ze zuchtte diep.
Naarmate ze vorderde in haar verhaal, viel me op dat ze er minder en minder gespannen uit ging zien, alsof ze opgelucht was het eindelijk te kunnen delen met de groep. Ze vertelde dat de Raad inderdaad de werelden en dimensies geschapen had en deze bovendien illusies waren die in stand werden gehouden door hun geesten, een soort hologrammen. Eigenaardig genoeg choqueerde het me minder dan ik gedacht had. Ik denk dat ik door het leven in Emowereld nergens meer verbaasd om kon zijn.
‘Wacht eens even, wacht eens even,’ onderbrak Gehlen. ‘Dat begrijp ik niet goed of ik heb het verkeerd verstaan. Zeg je nu dat de werelden niet echt bestaan?’
‘Jawel, toch wel,’ antwoordde Kate. ‘Natuurlijk bestaan ze. Het is, denk ik, voor ons moeilijk om te begrijpen. De krachten waarmee alles plaatsvond is voor ons niet te vatten.’
Kate besloot bij het begin te beginnen. De teloorgang van de eerste dimensie en thuisplaneet van de Raad en hun krachten als creatieve wezens. Vooral dat laatste benadrukte ze. De raadsleden waren geen Goden, maar scheppers. Ik zag het verschil niet, want dat was toch wat Goden zogenaamd deden? Dingen scheppen? Maar ze legde het daarna beter uit. De Raad wilde niet aanbeden worden enkel omdat ze bepaalde dingen konden creëren. Het zou hetzelfde zijn als een schilder aanbidden omdat hij kon schilderen. Ja, oké, ik zag de logica ervan wel in. Maar toch waren ze, in mijn opinie, volgens de strikte definitie Goden.
De Raad verkaste naar een nieuwe dimensie waar ze een wereld creëerden met de sulfiden, undines, salamanders en gnomen. Een proefwereld waarin de geschapen wezens de natuur onderhielden. Een deel van de Raad verveelde zich echter en schiep Emowereld (aha, dus ook de Raad kon zich vervelen, het was niet een typisch menselijke eigenschap). Deze leden besloten ook om, na de voltooiing, er te gaan wonen tussen de wezens. De raadsleden die op de eerste wereld achtergebleven waren, creëerden als tegenpool voor Emowereld (de slapende geest en emotionele kant) Ratiowereld (de wakkere geest en rationele kant), want ze merkten dat het nodig was om een evenwicht te bewaren. Het verschil met deze laatste wereld was wel dat ze wilden nagaan hoe snel een natuurlijke evolutie zou plaatsvinden. Dat in tegenstelling tot Emowereld waar de wezens kant en klaar gemaakt werden (hier moest ik even in stilte grinniken, het deed me denken aan de vele instant maaltijden in Ratiowereld). De natuurlijke evolutie ging hen echter te traag vooruit, dus gaven ze het DNA een duwtje, wat door ratiomensen als de missing link beschouwd werd. De werelden voelden echt aan, maar eigenlijk waren het geestelijke creaties, illusies in de hoofden van de Raad. Toch, benadrukte Kate, behielden we onze vrije wil en liet de Raad de verdere evolutie van de werelden aan zijn bewoners over. Daarom bemoeiden ze zich zelden. Het dromen bij ratiomensen was bijvoorbeeld een natuurlijke evolutie waar de Raad niets mee te maken had. Waarschijnlijk had de rationele geest toch een creatieve uitlaatklep nodig om gezond te blijven. Dat kon ik me goed voorstellen. Zeker nu ik me zo gelukkig voelde als inwoner van Emowereld.
Hier nam Kate even pauze. Ik denk om ons de kans te geven die veelheid en bizarheid aan informatie te laten bevatten.
‘Oké, en verder,’ drong Gehlen ongeduldig aan. ‘We snappen het.’
Kate vervolgde. Hecate, een hogere elf zogenaamd, was dus inderdaad een van de raadsleden die besloten had om zich definitief in Emowereld te vestigen. De enige regel voor hun verblijf was, en daar had Toth ook weer de nagel op de kop geslagen, dat ze zich enkel mochten voortplanten met andere wezens, nooit onderling. De kinderen van twee raadsleden zouden te machtig zijn en dat was niet eerlijk en mogelijks zelfs gevaarlijk tegenover de andere emowezens.
Kate gaf aan klaar te zijn, maar toch vond ik dat ze er nog steeds uitzag alsof ze iets achterhield. Ze opende haar mond en sloot hem toen weer.
‘Ja? Ja?’ zei Gehlen die dit blijkbaar ook opgemerkt had. ‘Nog iets?’
‘Het is niet belangrijk voor ons onderzoek, maar ik wil niets meer voor mezelf houden. Niet tegenover mijn beste vrienden. Ik stam af van Hecate en volgens Melfo, mijn overgrootvader, heeft ook hij een raadslid in zijn voorouderlijke lijn. Daarom kon ik blijkbaar indertijd met mijn bloed het Niets stoppen.’ Kate keek weg. Kalon schoof meteen dichter naar haar toe en omarmde haar.
‘Mijn bijzonder meisje,’ zei hij zacht en gaf haar liefdevol een zoen op haar kruin.
Ik vroeg me af waarom ze dat zo verschrikkelijk vond, want zo gedroeg ze zich wel. Zij had de Niets toch niet opgeroepen? Nee, in tegendeel, ze had ons allen en heel Emowereld gered! Ze zou juist ontzettend trots op zichzelf moeten zijn en vereerd omdat ze van raadsleden afstamde.
Gehlen die te opgefokt was, zag niet dat Kate ermee in haar maag zat.
‘En jij was hier ook van op de hoogte,’ vroeg ik aan Codie die naast me zat.
Codie glimlachte schaapachtig. ‘Ja, sedert die opdracht waarbij Kate en ik met de Raad moesten praten. Je weet wel, die met die vortexen.’
‘O ja. O ja’ Ik knikte. Dat herinnerde ik me nog.
‘Toth is dus een verdomd slimme kerel,’ besloot Gehlen. ‘Maar denken jullie dat een Raadslid die zich hier gevestigd heeft verantwoordelijk is voor het dromerprobleem?’
‘Wel,’ Kate ging rechtop zitten en leek zich te vermannen. ‘Ook Thaleia, de muze die ik opzocht, veronderstelde dat het een wezen moest zijn met enorme krachten en daar staan hogere elfen, of beter gezegd raadsleden, voor bekend. Het is dus goed mogelijk.’
‘Het is alleszins makkelijker na te gaan,’ meende Aqua. ‘Hen kunnen we opsporen en ondervragen. De Raadsleden daarboven,’ hij keek omhoog alsof ze zich op het plafond bevonden, ‘zijn blijkbaar foetsie.’
‘Kan jij Hecate oproepen?’ vroeg Gehlen aan Kate.
‘Ja, ik probeer het meteen. Nu.’ Kate maakte zich los uit Kalons omhelzing, maar niet voordat ze hem een dankbare glimlach had toegeworpen.
Voor ze haar ogen sloot, vroeg ze aan Codie: ‘Volg je mee?’
‘Ja, graag, graag.’ Hij rechtte zijn schouders.
‘Oké, op goed geluk. Hopelijk is ze bereikbaar, maar vooral niet al te boos omdat ik jullie allemaal ingewijd heb in de grote geheimen.’
Ze sloot haar ogen en ik hield gespannen mijn adem in.