37. Aqua Ibsen
Aan alles slecht komt een einde, maar dus ook aan alle goeds.
Codie en Kate waren vertrokken, op jacht naar de Elfse bosroos en de rest zat er een beetje ongeduldig bij. Ik niet. Ik besefte dat wanneer het dromerprobleem opgelost was, ik wakker zou worden in de gevangenis en dit alles zou overkomen als een droom. Letterlijk en figuurlijk. Doordat ik op dit moment droomde, werden mijn gevoelens ook nog eens versterkt. Het verdriet sloeg hard op mijn hart in en ik wist nu al dat ik ze allemaal ontzettend zou missen. Het kon me niet schelen dat ik opgesloten zou zitten, maar wel dat ik hen niet meer zou zien en niet meer met hen kon samenwerken. Ik had het zelf in de hand gewerkt, het was mijn eigen stomme fout geweest en ik zou er alles voor doen om de tijd terug te draaien en het goed te maken. Te laat, schoot er door me heen, je bent te laat.
Ik trok me terug van hen, dat besefte ik ook wel. Het zou het afscheid, althans voor mij, minder zwaar maken. Gehlen ging limonades halen voor iedereen en Dille ging op zoek op haar laptop naar Morpheus.
‘Ken jij hem?’ vroeg Dille aan Kalon.
Kalon schudde zijn hoofd. ‘Nee, aangezien hij tot voor kort een raadslid was.’
‘Ah ja, natuurlijk.’ Dille boog zich dichter naar het scherm toe. ‘Kijk eens aan. Weet je dat hij vroeger in Ratiowereld, in een land dat Griekenland heette, aanbeden werd als… dat geloof je nooit!’
‘Wat?’ vroeg Gehlen die met een dienblad vol glazen en een kan limonade kwam aanzetten.
‘Dat kan geen toeval zijn!’ Dille’s ogen gingen snel heen en weer tijdens het lezen.
‘Wat dan?’ Kalon ging naast haar zitten en las mee. ‘Nee, dat kan geen toeval zijn.’
Hoewel ik me met de minuut triester voelde, was ik toch ook wel benieuwd. Dille keek alsof ze een spook gezien had!
‘Hij was de God van de dromen!’ riep Dille met een schel stemmetje uit.
Gehlen stopte met het inschenken van de glazen en snelde naar de laptop toe. ‘Hij werd afgebeeld als een engel, althans, een persoon met vleugels.’
‘Het betekent niet,’ zei Kalon met zijn blik nog steeds op het scherm, ‘dat het dezelfde figuur is. De overeenkomstige naam kan toeval zijn. En wie weet was de Morpheus uit Ratiowereld wel een van die mythologische wezens die zelfs nooit in Emowereld hebben bestaan.’
‘Ik geloof niet in toeval,’ antwoordde Dille grimmig. ‘Dat heeft Kate me meer dan eens bewezen en verteld. Ik denk inderdaad dat we onze dader te pakken hebben.’
‘Ja maar, kijk.’ Kalon wees en grijnsde. ‘Morpheus was blijkbaar ook een figuur in een film uit het jaar negentienhonderd negenennegentig. Misschien is hij het wel.’
‘Ha ha ha,’ sneerde Dille. ‘Geef toe dat er teveel toevalligheden zouden zijn. Morpheus verscheen in de dromen van de mensen. Nou? Waar droomden de mensen? En nog steeds?’
Als een braaf schoolgaand jongetje, antwoordde Kalon zuchtend: ‘Emowereld.’
‘Aha! En hier staat dat hij iedere vorm kon aannemen die hij wilde. Lijkt me toch een krachtige gave.’
‘Dat kunnen wisselaars ook.’
‘Ja, oké,’ gaf Dille toe. ‘Er staat ook dat Morpheus in een grot woonde, versierd met klaprozen. Als hij niet meer aan de rand van het kabouterbos woont, kunnen we misschien de plaatsen opzoeken waar veel klaprozen groeien. Misschien is hij daar wel gek op.’
‘Goed idee.’ Gehlen ging verder met het inschenken en overhandigde ieder een glas. Verbazingwekkend dat ik als dromer, niet eens echt lijfelijk aanwezig in Emowereld, wel de limonade kon drinken.
Op dat moment kwamen Kate en Codie terug. Kate had enkele bloemen in haar hand. Ze waren lichtpaars van kleur, met fragiel uitziende bloemblaadjes. Terwijl ze daar stond, begonnen de bloemen aanstonds te verwelken. Hun kopjes gingen hangen en de kleuren verbleekten. Het was haast zielig om te zien. Kate hurkte neer op de grond voor het salontafeltje en schoof de kan met geitenmelk naar haar toe.
‘Meestal gebruik je de zaden van een plant of de bladeren. Om de zichtbaarheid te verhogen moet ik echter de bloemblaadjes gebruiken.’ Voorzichtig plukte ze de bloemen kaal en liet ze in de kan vallen. Onderwijl vertelde Dille wat ze ontdekt had.
‘Dat meen je niet! Dat kan geen toeval zijn!’ riep Kate.
Dille keek Kalon aan met een triomfantelijke blik die leek te zeggen: zie je wel, Kate zegt het ook al. Kalon rolde met zijn ogen als antwoord.
‘Heb je een stamper?’ vroeg Kate aan Dille.
Dille knikte en ging er een halen uit de keuken. Kate plette de bloemblaadjes op de bodem van de kan. ‘Ik laat het nu even inweken,’ gaf ze aan en ging met haar rug tegen de bank aan zitten.
‘Eigenlijk zou ik dat drankje goed kunnen gebruiken,’ zei Dille die er met interesse naar keek.
‘Hoezo?’ vroeg Codie en meteen daarna: ‘Ah ja, je bedoelt in verband met Yelena.’
Dille knikte en grijnsde. ‘Dan zou ik tenminste weten of ze iets onzichtbaar heeft gemaakt of waar Cheshire, die ze vaak onzichtbaar maakt, zich nu weer bevindt. Tenminste als het de gave van onzichtbaarheid is en niet teleporteren.’
‘Maar dan zou je het drankje continu moeten drinken en dat is niet echt aan te raden,’ zei Kate. ‘Waar is Cheshire eigenlijk?’
‘Boven bij Yelena. Die twee zijn onafscheidelijk.’
‘Ik moet toch minstens tien minuten wachten voor ik het drankje kan opdrinken. Wil je dat ik even met Cheshire praat over dat onzichtbaarheidgedoe van Yelena?’
‘Goed idee!’
Terwijl Dille de kat ging halen, vroeg Gehlen: ‘Zeg, ik wilde ook nog iets vragen.’
Kate nam de kan op. ‘Zeg maar.’Ik veronderstelde dat ze de kleur checkte.
‘Is er een bepaalde reden waarom een cherubijn een bepaald hoofd vooraan zet?’
‘Jup,’ antwoordde Kate die de kan weer neerzette. ‘Het is afhankelijk van hun humeur.’
‘En de regel is?’
‘Nou, die is er niet.’
‘Maar je zei…’
Kalon nam het over. ‘Ja, maar wat Kate bedoelt is dat de keuze van het hoofd niet alleen afhangt van het humeur, maar ook verschillende is van cherubijn tot cherubijn. Bij de een betekent de leeuwenkop dat hij kwaad is, maar bij een ander kan het evengoed zeggen dat hij zich goed of trots voelt.’
Gehlen gooide zijn handen in de lucht alsof hij zich overgaf. Dille kwam met een tegensputterende kat in haar armen aangelopen.
‘Zeg haar eens snel dat je met haar wilt praten,’ hijgde Dille. ‘Want ik had de grootste moeite om haar bij Yelena weg te krijgen.’
Kate grinnikte. ‘Ze zegt dat je haar bij haar taak weghoudt en dat ze zo het kleine mensje niet kan beschermen.’
Dille zuchtte en zette de kat op de grond. Kate keek Cheshire weer aan en er volgde een stilte waarin ze telepathisch met haar communiceerde. Af en toe verscheen er een glimlach bij Kate. Het leek me fantastisch om met dieren te kunnen praten en bijna zou ik die gave willen inruilen voor de gedragshelderziende gave die ik had. Bijna, want daarvoor hield ik teveel van gevechtsporten.
Ten slotte zei Kate: ‘Oké, volgens haar is ze nooit weggeweest wanneer ze in de buurt van Yelena is. Ze is nooit plots ergens anders terechtgekomen. Volgens mij betekent dit dat ze inderdaad onzichtbaar werd gemaakt en niet ergens heen werd geteleporteerd.’
‘Doet het pijn?’ vroeg Dille.
‘Nee, volgens haar niet. Ze voelt niets en kan alles om zich heen blijven zien.’
‘Een kind dat dingen onzichtbaar kan maken,’ zuchtte Dille. ‘Wat wordt dat in de puberteit!’
Kate lachte. ‘Haar vriendje zal je nooit kunnen betrappen bij haar in bed. Dat is zeker.’
‘Ja, lach maar.’ Dille trok een scheef glimlachje.
‘Hé, maar er is nu wel een mogelijkheid om het drankje te testen,’ gaf Kate aan. ‘Laten we zo meteen met Cheshire naar boven gaan en misschien maakt Yelena haar onzichtbaar.’
‘Geweldig,’ zei Gehlen.
Een mechanische stem klonk plots oorverdovend uit de laptop. Dille gaf een gil en de kat stoof er krijsend vandoor. ‘Dille! Laat me eruit! Nu! Ik heb een oproep van de IFG voor Gehlen! Dringend!’
Dille keek de laptop met een verveeld grimas aan. ‘Oké, Arthur.’
Ik merkte pas dat ik in een hoek weggedoken ging staan toen ik de muur in mijn rug voelde. De IFG gaf me nog steeds een opgelaten gevoel.