Dream Watchers by Mel Hartman - HTML preview

PLEASE NOTE: This is an HTML preview only and some elements such as links or page numbers may be incorrect.
Download the book in PDF, ePub, Kindle for a complete version.

39. Kalon Dracul

Codie vroeg het me ooit eens. Wat zijn de dingen aan Kate waardoor je zoveel van haar houd? Onmogelijk op te noemen, antwoordde ik, het zijn er teveel. Maar vooral haar begrip voor alles en iedereen, haar eeuwige optimistische karakter, haar prachtige benen en lieve ogen.

Nadat Kate het zichtbaarheiddrankje had opgedronken, ging ze met Dille naar boven waar ze het zou testen op Yelena en Cheshire. Niet veel later kwamen ze terug. Dille zag er zowel trots als ongerust uit. De gave van Yelena bleek inderdaad de kracht te zijn om dingen onzichtbaar te maken. Het drankje werkte naar behoren en Cheshire die het waarschijnlijk voor de zoveelste maal had ondergaan, leek er gelukkig geen last van te ondervinden.

Ik zag er tegenop, maar uiteindelijk moesten we toch een bezoek aan Morpheus brengen. Het was niet de eerste keer dat ik een raadslid zou zien, want tenslotte had ik al het Orakel bezocht. Het verschil zat hem in het feit dat ik toen nog in de veronderstelling was dat ze een hogere elf was en niet een neergedaald raadslid. Niet zomaar een niveau hoger, een hele wereld hoger! Maar Morpheus was vast niet zo afgrijselijk lelijk en onvoorspelbaar als het Orakel, dus wat kon er misgaan?

Aangezien de bestemming nogal veraf gelegen was, zou Codie ons een voor een teleporteren naar de plaats in de bergen waar het signaal geëindigd was. Hij hoefde de omgeving daarvoor niet te kennen, want hij hoopte het teleportatiespoor gewoon op te pikken. Aqua zou zichzelf er heen denken en gebruikte Gehlen als oriëntatiepunt.

Kate en ik bleven als laatste over en dat gaf me de kans om te vragen hoe ze er tegenaan keek om de omgeving waar haar ouders verongelukt waren terug te zien.

‘Gaat het?’ vroeg ik.

Ze knikte resoluut, maar haar blik vertelde het tegenovergestelde.

‘Ben je zeker dat je mee wilt gaan? We zijn met voldoende om Morpheus te ondervragen.’

Ze keek me aan en deed verwoed haar best om haar verdriet te verbergen, maar ik kende haar daarvoor te goed. ‘Nee, ik ga mee. Ik… het moest er eens van komen, Kalon. Ik kan die plaats niet voor eeuwig vermijden.’

Ik nam haar beet en gaf een zoen op haar kruin. ‘Er is nog tijd genoeg. Een andere keer kan ook wel.’

‘Nee,’ klonk het gesmoord tegen mijn bloes aan. Ik voelde haar warme adem door de stof heen. ‘Eens moet ik mijn angsten onder ogen zien en dat kan net zo goed nu.’ Ik hoorde haar diep zuchten. ‘Blijf… blijf je dicht bij me?’

‘Als het kon, liet ik je niet meer los. Natuurlijk blijf ik dicht bij je.’

Codie was terug en nam Kate mee. Daarna was ik aan de beurt en meteen was ik onder de indruk.

Nooit eerder was ik hier geweest, hoewel bergen me wel aanspraken. Maar bewust om Kate te ontzien, had ik deze plek vermeden. We stonden op een grasrijke grond, omgeven door majestueuze bergen, de een nog groter dan de ander. Hun kleuren varieerden van bruine tot grijze tinten en sommige hadden witte, besneeuwde toppen. Enkele meters verderop zag ik dat het gras ophield en plaats had gemaakt voor rotsen, wat waarschijnlijk het begin van het Kanaaravijn moest voorstellen. Een diepe, brede kloof met aan de overzijde een berg. Kate keek eveneens in die richting en haar ogen vulden zich met tranen. Ik liep op haar af en nam haar hand in de mijne. Ik kneep er bemoedigend in. Ze keek me dankbaar aan met een aarzelend glimlachje.

‘Wat is het hier mooi!’ riep Dille uit.

De anderen leken net zo onder de indruk te zijn als ik. Met grote ogen draaiden ze om hun as. Ook hier kwamen dromers voor, maar het aantal viel minder op door de uitgestrektheid van de omgeving. Vaag rook ik in de verte de aanwezigheid van levende wezens. Een geur die ik niet kende; bitter en stevig. Ik veronderstelde dat het de naga waren en dat betekende dat het ravijn inderdaad dichtbij gelegen was. Verder rook de omgeving fris en puur; waterachtig met een vleugje krijt erdoorheen. De zon stond al hoog en gaf de besneeuwde toppen een etherische, witte schoonheid en het gras leek hier nog groener dan elders in Emowereld. Toch was het niet koud, ik schatte de temperatuur op een aangename achttien graden.

‘Is dat daar het Kanaaravijn?’ vroeg Gehlen.

‘Ja,’ antwoordde ik.

Meteen keek Gehlen Kate aan. Ook de anderen die op de hoogte waren van het tragische ongeluk, keken haar meevoelend aan. Dille stoof op Kate af en omhelsde haar stevig.

‘Gaat het?’

Kate forceerde een glimlach. ‘Ja. Laat me los, gekkerd.’

‘Als je…,’ begon Gehlen, maar Kate snoerde hem de mond door haar hoofd te schudden.

‘Het zal me lukken. Laat me maar even.’

Gehlen knikte. ‘Zie je het huis van Morpheus?’

‘Ja, ik zie het duidelijk.’ Ze wees naar het ravijn. ‘Het staat daar. Enkele meters voor de afgrond van het ravijn.’ Dat laatste woord kwam er zacht uit. Ze liet mijn hand los en deed een stap vooruit. Toen keek ze achterom naar mij en haar blik stond zo droevig en smekend dat mijn hart ter plekke brak. Ik nam opnieuw haar hand beet en knikte. Samen liepen we erheen. Ik zag uiteraard niet wat zij zag en het was net of ik blind werd meegevoerd. De anderen volgden ons.

‘Hier.’ Ze stopte. ‘Het is een eenvoudig houten huis met twee verdiepingen en grote ramen met houten latjes. De verdiepingen zijn nogal hoog, hoger dan normaal. Het heeft een schuin dak met een schoorsteen. Rondom loopt een veranda en er staat een schommelstoel op, naast de voordeur.’

‘Wil je aankloppen?’ vroeg Gehlen.

Kate knikte, liet mijn hand los en klopte op een voor ons onzichtbare deur, maar we hoorden het wel. ‘Ik zie licht branden, dus ik veronderstel dat hij thuis is. Zolang jullie niet in het huis staan, zal je niks kunnen zien, ook Morpheus niet. Als het goed is, hoor je hem wel praten.’

Ik vond het een enge gedachte, want hoe kon ik Kate beschermen als ik niet eens zag wat er gebeurde? Er kon veel opgemaakt worden aan een stem, maar niet alles. Hopelijk zou Morpheus ons dus snel in het huis uitnodigen, al zag ik die mogelijkheid somber in.

Ik hoorde zware voetstappen en een deur die knarsend openging.

Kate opende haar mond. Een harde klap volgde, als van een deur die dichtgegooid werd. Kate deinsde geschrokken achteruit. Ik wilde net vragen wat er gebeurt was toen Kate’s verbazing omsloeg in boosheid. Ze klopte nu harder op de deur en riep: ‘Morpheus! We gaan niet weg! Open die deur!’

Er gebeurde niets, maar met mijn vampiergehoor meende ik Morpheus te horen ademhalen en zuchten aan de andere kant van de deur.

‘We hebben hier iemand die kan teleporteren! Het is dus een kleintje voor hem, nu hij weet waar het huis staat, om binnen te komen!’ schreeuwde Kate. Ik had de indruk dat ze haar eerdere melancholische gevoel liever omzette in kwaadheid. Goed zo, lieverd.

Opnieuw hoorde ik een deur opengaan.

‘Kate De Lille. Gefluister waarschuwde me al dat je eraan kwam.’

Het was eigenaardig een stem in het luchtledige te horen zonder een bijpassend lichaam. Hij klonk warm en vriendelijk. Tot nu toe.

‘Goedemorgen Morpheus. Mogen we binnenkomen?’

‘Dat is een eigenaardige vraag, gezien je eerdere dreigement.’

Aan zijn stem viel niets af te leiden. Het bleef vlak en rustig.

‘Tja, daar vroeg je zelf om,’ antwoordde Kate. ‘We hebben een aantal vragen.’

‘O, jammer, ik hoopte op een aangenaam bezoekje. Maar ik zou niet anders mogen verwachten van een groepje fantasiejagers. Toch? De eeuwige spelbrekers.’

Vroeger zou ik me afgevraagd hebben waar hij die informatie vandaan had. Nu echter niet meer. Tot voor kort was hij nog een raadslid geweest die alles zag en wist.

Een diepe zucht. ‘Komen jullie dan maar binnen.’

Dat ging snel, vond ik. Ik vertrouwde het niet helemaal.

Kate leidde ons de weg. ‘Pas op, een opstapje,’ zei ze en toonde met haar bewegingen hoe we onze voeten moesten zetten.

Eens we op de veranda stonden werd het huis zichtbaar. Het was er plots, zonder enige overgang. Kate had het perfect omschreven; veel hout en eenvoud. Gedurende een seconde vroeg ik me af hoe hij zo snel dit huis had kunnen laten bouwen tot ik me realiseerde dat hij een raadslid was en dit dus een zoveelste illusie die waarschijnlijk in een fractie van een seconde geconstrueerd werd.

Morpheus zag eruit alsof hij niet hoorde in deze omgeving en het huis, maar eerder aan het strand in een strakke en moderne bungalow. Hij was ontzettend lang, zeker drie meter en dun, erg dun zelfs. In vergelijking met hem zagen wij er plomp en klein uit. Zijn hoofd leek even uitgerekt als zijn lijf en hij had helderblauwe ogen, net zo helder als de lucht boven ons. Hij deed me denken aan de mast van een schip die elk moment kon breken. Waarom had hij een dergelijk lichaam uitgekozen? Waarom niet het lijf van een adonis of van een wat vollere of gespierdere man? Zijn kledij was schaars. Hij droeg enkel een witte, wijde pantalon waardoor zijn magere bovenlijf nog meer geaccentueerd werd en zijn knokige voeten staken in lederen sandalen. Met gracieuze, bijna vrouwelijke, bewegingen ging hij ons voor naar de woonkamer. Hij liep niet echt, maar leek eerder te zweven boven de grond. Toen zag ik wat voor extra hij zichzelf gegeven had. Uit zijn schouderbladen groeiden twee witte, kleine vleugels die op dit moment rusten op zijn rug. Een blik in de woonkamer en meteen was ik voor de tweede maal die dag onder de indruk. Het zicht was overweldigend! Een groot raam besloeg de hele achterkant van het huis en gaf uitzicht op een berg. Ik kon mezelf er niet van weerhouden dichterbij te gaan kijken. Het huis was gebouwd aan de rand van het ravijn, waardoor je, als je dicht tegen het raam aanstond, duizelig werd van de diepte en je het gevoel kreeg te zullen vallen. Morpheus had duidelijk geen hoogte- of dieptevrees. Maar hadden raadsleden dan ergens angst voor? Aangezien ze onze werelden gecreëerd hadden, leek het me niet. Je maakt geen nachtmerries voor jezelf als je het kan verhelpen.

Ik schrok op doordat een snelle beweging in mijn blikveld verscheen. Het was een naga. Krijsend vloog het voorbij, zijn schubachtige staart slingerend achter zich aan. Hij of zij, dat was altijd moeilijk te zien wanneer ze de gedaante van een draak hadden aangenomen, maakte een buiteling en verdween de diepte van het ravijn in.

‘Indrukwekkend niet?’ Morpheus kwam naast me staan en keek trots voor zich uit.

De anderen, behalve Kate, waren me gevolgd. Ik besefte wat voor stoms ik gedaan had en draaide me om. Kate stond met grote ogen voor zich uit te staren. Haar lippen trilden en haar handen waren tot vuisten gebald. Ik stapte op haar af en omhelsde haar. ‘Sorry.’

‘Waarvoor?’

Morpheus was me voor. ‘Kate, je ouders hebben niet geleden. Ze waren op slag dood.’

Kate keek Morpheus aan alsof ze het niet goed gehoord had en slikte.

‘Ze waren enorm trots op je en hielden heel veel van je. Je weet dat ze nu in een vredige plaats zijn. Je hoeft niet om hen te treuren, dat zouden ze zeker niet willen.’

Een traan liep over haar wang. Ze vaagde het met een snelle beweging weg en knikte. ‘Dat weet ik, Morpheus.’

De anderen stonden er een beetje onwennig bij.

Morpheus richtte zich tot Gehlen. ‘Waarom krijg ik de fantasiejagers op mijn dak?’

Waarom las hij het antwoord niet in onze hoofden? Als raadslid moest dit voor hem eenvoudig zijn.

‘Morpheus,’ begon Gehlen. ‘Het zal je wellicht opgevallen zijn dat er nogal veel dromers Emowereld belagen. Meer dan anders tegelijkertijd en continu.’

Of Morpheus was onschuldig of hij kon verdomd goed acteren. Zijn gezichtsuitdrukking bleef zo vlak als een spiegel. ‘Werkelijk?’

‘We weten dat je een tijdje aan de rand van het kabouterbos gewoond hebt, dus het moet je dan opgevallen zijn.’

Hij knikte langzaam en vernauwde zijn ogen. ‘Ja. Dat is zo. Dromers zijn een interessant fenomeen. Wist je dat?’

Af en toe keek Morpheus Codie op een eigenaardige wijze aan. Misschien verbeeldde ik het me, maar ik vond niet dat die blik veel goeds voorspelde. Het was alsof hij hem peilde of inschatte. Bovendien kreeg ik het gevoel dat dit allemaal een spelletje voor hem was. Voor hem waren we waarschijnlijk niet meer of minder dan de mieren die hij geschapen had. Een zoveelste lagere levensvorm. Wist hij ook dat wij op de hoogte waren van zijn ware aard en dar de Raad alles geschapen had? Vermoedelijk wel. En als het zo was, dan kon het hem blijkbaar niet veel schelen.

‘Hoe bedoelt u?’ vroeg Gehlen.

‘Nou, de Raad had er niets mee te maken naar het schijnt. Het dromen ontstond zomaar uit het niets. Plots vertoefden de ratiomensen tijdens een bepaalde fase van hun slaap in Emowereld. Eigenaardig niet?’

Dat beantwoordde mijn eerdere vraag overduidelijk. Gehlen trok zijn schouders op.

Morpheus vervolgde luid: ‘Lariekoek! Grote en smerige lariekoek!’

Er was niemand van ons die niet schrok. Kate kneep in mijn hand alsof ze het tot moes wilde verpulveren.

‘Maar waarom gaan jullie niet zitten?’ Opeens poeslief wees Morpheus naar enkele ruime sofa’s met een diep zitoppervlak en overladen met donkerbruine kussens. Op de houten vloer ervoor lag een kleurig tapijt in warme oranje en rode tinten. We gingen zitten, ik naast Kate. Mijn hart ging nog steeds snel tekeer.

‘Jij bent een dromer,’ zei Morpheus tegen Aqua. ‘Hoe komt het dat je bij die groep bent?’

‘Lang verhaal,’ zei Aqua. Hij was de enige die bleef staan. Met gekruiste armen hield hij Morpheus strak in de gaten.

‘Willen jullie niet iets te drinken?’ Hij planeerde naar de openhaard toe en leunde er met zijn ene arm op. Hij leek volledig ontspannen, maar ik rook zijn onderhuidse spanning. Kate zou het vast ook zien aan zijn aura, tenminste als ze deze bij raadsleden kon lezen.

Het was nog vroeg om al alcohol te drinken. Maar om Morpheus ter wille te zijn, knikte ik en de anderen dachten blijkbaar hetzelfde. Als uit het niets verscheen er een tafeltje in het midden van het tapijt met daarop een dienblad met zeven gevulde glazen. Verbouwereerd keek ik ernaar en daarna naar Morpheus die er glunderend bijstond. Hij hield er duidelijk van om zijn krachten te tonen.

‘Het zal niet zo vaak voorkomen dat ik dit kan doen,’ verklaarde hij grijnzend. ‘Jullie zijn de enigen in Emowereld die weten dat ik een raadslid ben, of beter gezegd, was. Maar tast toe. Heerlijke Cava. Een product dat jammer genoeg verdwenen is uit Ratiowereld, samen met alle alcohol. Je weet niet wat je beleefd!’

Wat had ik eerder gedacht: dat Morpheus lang niet zo onvoorspelbaar kon zijn als het Orakel? Daar sloeg ik dus ferm de boot mis. Het ene moment leek hij ons te willen aanvallen en het andere moment was hij de perfecte gastheer.

Ik verwachtte min of meer dat mijn hand door de fata morgana van het glas heen zou grijpen, maar dat was uiteraard niet zo. Net als alle illusies die de Raad gecreëerd had, was ook dit drankje solide. We namen ieder een glas op en dronken. Ja, daarover had hij niet gelogen. Het was een heerlijk drankje en de bubbels tintelden aangenaam tegen mijn verhemelte aan.

‘Morpheus,’ begon Kate op zachte toon. Ik zag dat ze haar glas al half opgedronken had. ‘Waarom was je eerder zo kwaad omwille van de dromers?’

Morpheus verliet zijn plek bij de haard en dronk zijn glas helemaal leeg. ‘Omdat ik daarvoor gezorgd heb! En ik krijg de eer er niet voor!’ Hij had opnieuw zijn stem verheft en de woorden schalden donderend door de kamer.

Ik denk dat we allemaal weer een beetje van slag waren door zijn uitval, want het bleef stil daarna. In de verte hoorde ik een naga krijsen.

‘Luister.’ Hij wreef door zijn fijne, blonde haren en klonk weer normaal. ‘Het was mijn bijdrage aan Ratiowereld. Die sukkels van een ratiomensen, en sorry niet persoonlijk bedoeld, zouden het niet overleefd hebben zonder een uitlaadklep. We hadden hen te rationeel gemaakt, teveel nadruk op hun verstandelijke vermogens gelegd. En ik bleek geen ongelijk te krijgen, want de geschiedenis heeft vaak genoeg aangetoond dat mensen die hun aandacht enkel aan het intellectuele kant wijden, er niet gelukkiger om werden. Vandaar dat ik de ratiomensen de mogelijkheid gaf om ’s nachts een beetje gek te doen.’

‘Het schijnt, en ook ik bied nu mijn excuses aan als het als een persoonlijke belediging overkomt,’ zei Kate, ‘dat jij de aanstichter was van een grote ruzie tussen de raadsleden een poos terug.’

‘Ja en nee, en daar schaam ik me niet voor!’

Kate slikte en ik voelde haar hand klam worden. ‘Maar waarom dan? Ik had begrepen dat jullie ruzie hadden omdat enkelen de scheiding tussen beide werelden wilden. Het dromen van ratiomensen zou dan niet meer voorkomen. Als jij het dromen in het leven hebt geroepen, dan lijkt het me niet logisch dat je het wilt beëindigen.’

‘Ah ha, je krijgt het door.’ Morpheus keek haar aan met een raadselachtige blik. ‘Al zolang het dromen bestond, vertelde ik mijn soortgenoten dat ik dat had gecreëerd. Maar luisterden ze? Nee, ze bleven volhouden dat het een natuurlijk proces betrof. Tot de twee werelden elkaar ook in wakkere toestand leerden kennen en de problemen begonnen. Ratiomensen wilden niet meer dromen, discussies, ontevredenheid alom en bla bla bla. We kregen er serieuze koppijn van. Ik vooral, omdat ze opeens wel aannamen dat ik het dromen geschapen had en van me eisten dat ik het ongedaan maakte. Dat vertikte ik uiteraard. Een creatie zo mooi en fantastisch als dromen mocht niet verdwijnen!’

‘Dat ben ik met u eens,’ zei Codie zacht. ‘Als ik nog in Ratiowereld zou wonen, zou ik het dromen niet kunnen missen.’

‘Wat ben jij een schattig en lief ventje,’ zei Morpheus en weer verscheen die rare blik bij het aankijken van Codie. Codie had het, denk ik, niet in de gaten en nam een slok van zijn Cava.

‘Let wel, de meeste raadsleden waren het met me eens. Ze zagen in dat de scheiding meer gevolgen met zich mee zou brengen en het bovendien niet gemakkelijk meer was. Maar ze werden haast misselijk van de pijn en deden tenslotte mee met de tegenstanders. We konden ook niet zomaar zeggen tegen de ratiomensen: “Hou op met zeiken en stop met dat kinderachtige gedoe. Je bezorgt ons een knallende hoofdpijn en we zijn het beu! Dromen zijn gezond en daarmee basta.” Toch niet zonder onze inmenging daarin te verraadden. Gelukkig wist geen enkel raadslid hoe ze het dromen ongedaan kon maken, aangezien alleen ik daarvan op de hoogte was. En geloof me, het was een ingewikkelde formule, want het vormde een link tussen twee werelden uit twee verschillende dimensies. Dus besloot ik te verkassen naar hier zodat ze me met rust lieten. Het laatste dat ik vernam was dat ze een oplossing gevonden hadden voor de koppijn en besloten om de aanpassing van Ratiowereld aan Emowereld de tijd te geven. Je moet weten dat enkele eeuwen voor ons hetzelfde is als uren bij jullie. Alleen,’ en nu trok hij een scheef glimlachje, ‘zijn raadsleden op het gebied van pijn nogal kleinzerig. Wezens zoals wij zijn niet gewend aan het hebben van ongemakken. Het was de eerste maal in ons bestaan dat we ermee geconfronteerd werden. Zelfs al zijn sommige werelden en hun inwoners vernietigd en beëindigd, dan nog voelden we er niets van. Tot voor kort hoorde het hebben van pijn niet tot ons bestaan.’

Ik hoorde Gehlen verschuiven. Hij ging op de rand van de sofa zitten en verstrengelde zijn handen. Hij zag er een beetje nerveus uit en ik veronderstelde dat het kwam omdat hij dé vraag wilde stellen. We konden het uiteraard niet blijven uitstellen.

‘Morpheus,’ begon hij. ‘Bent u degene die de dromers vasthoudt in Emowereld?’

Ik hield mijn adem in en mijn hartslag dat eindelijk gekalmeerd was, versnelde meteen weer tot ongezonde hoogte.