Van Pool tot Pool by Sven Anders Hedin - HTML preview

PLEASE NOTE: This is an HTML preview only and some elements such as links or page numbers may be incorrect.
Download the book in PDF, ePub, Kindle for a complete version.

 

58. DSCHINGIS CHAN.

In het jaar 1162 werd in Mongolië een hoofdman van wilde ruiterbenden geboren, die Dschingis Chan heette. Hij onderwierp alle naburige stammen en wat Mongolië heette, verzamelde zich om zijn vaandel. Hoe grooter zijn macht werd, des te grooter gebied wilde hij veroveren en hij was niet eerder tevreden, dan toen hij bijna geheel Azië onder zijn scepter had! Zijn leus was: "Eén God in den hemel en één grooten chan op aarde". Hij stelde zich niet tevreden met een rijk, dat zoo groot was als dat van Alexander den Grooten of van Caesar, maar hij wilde over de gansche bekende wereld heerschen en met dit doel voor oogen reden hij en zijn ruiterhorden in het groote werelddeel van het eene land naar het andere. Overal liet hij jammeren en geweeklaag, verwoeste of in asch gelegde steden achter zich. Hij was de grootste en tegelijkertijd de meest woeste veroveraar, dien de wereldgeschiedenis ooit heeft gekend. Toen hij op het toppunt zijner macht stond, waren hem ontelbare volken schatplichtig: van het Achter-Indische schiereiland tot aan Nowgorod, van Japan tot aan Silezië. Zijn hof werd bezocht door gezanten van Fransche koningen, van den Turkschen sultan, van Russische grootvorsten, van kaliefen en pausen van dien tijd. Noch vroeger, noch later heeft ooit een man de menschen zoo in beroering gebracht en zooveel volken tegen hun wil tot verkeer met elkaar gedwongen. Dschingis Chan heerschte en gebood over meer dan de helft van het menschelijk geslacht, en tegenwoordig leeft de schrik voor hem nog in veelvan de landen, die hij verwoest heeft! Hij was 65 jaar, toen hij stierf, en Dschingis Chan liet zijn onmetelijk rijk aan vier zonen als erfdeel na. Een dezer vier was de vader van Kublai Chan, die in het jaar 1280 China veroverde en in het Rijk van het Midden de grondvester der Mongoolsche Keizerdynastie werd. Zijn hof was nog schitterender dan dat van zijn grootvader en wij bezitten nog een juiste beschrijving van den grooten Chan en zijn rijk, welke vervaardigd is door den man, van wien ik nu wil spreken.